ECLI:NL:RBDHA:2025:20784
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Syrische vreemdeling op basis van openbare orde en nationale veiligheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van eiser, een Syrische vreemdeling, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser heeft op 28 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze is op 19 augustus 2025 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft op 16 oktober 2025 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
Eiser heeft verklaard Syrië te hebben verlaten vanwege de oorlog en vreest voor militaire dienstplicht bij terugkeer. De rechtbank oordeelt dat de minister niet in strijd heeft gehandeld met het discriminatieverbod en dat de afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond gerechtvaardigd is. Eiser vormt op ernstige gronden een gevaar voor de openbare orde, gezien zijn veroordeling in Roemenië voor mensensmokkel. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat eiser in Nederland een vergelijkbare straf zou hebben gekregen en dat de opgelegde inreisverbod van tien jaar terecht is.
De rechtbank wijst het beroep van eiser af en verklaart de aanvraag kennelijk ongegrond. Tevens wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding meer is voor een dergelijke maatregel. Eiser krijgt geen vergoeding van de proceskosten.