ECLI:NL:RBDHA:2025:20786
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Hazara man uit Afghanistan
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een man van Afghaanse afkomst en lid van de Hazara bevolkingsgroep, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 23 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 22 augustus 2025 afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 16 oktober 2025 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren.
Eiser heeft verklaard dat hij vreest voor vervolging bij terugkeer naar Afghanistan vanwege zijn etniciteit en zijn verwesterde levensstijl. Hij heeft in het verleden problemen ondervonden van nomaden en is van mening dat hij als afvallige door de Taliban zal worden gezien. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft dat de asielmotieven van eiser niet geloofwaardig zijn. De rechtbank concludeert dat eiser geen gegronde vrees voor vervolging heeft en dat de afwijzing van zijn asielaanvraag terecht is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van eiser geen samenhangend geheel vormen en dat er geen bewijs is dat hij daadwerkelijk afvallig is. Bovendien is er onvoldoende bewijs dat zijn westerse levensstijl hem in Afghanistan in gevaar zou brengen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en hem geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.