ECLI:NL:RBDHA:2025:20801

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
NL25.41880
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag van vreemdeling uit Libanon

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van een eiser tegen de minister van Asiel en Migratie. De eiser had een opvolgende asielaanvraag ingediend op 17 juni 2024, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van zes maanden op het asielverzoek van de eiser eindigde op 17 december 2024. De eiser heeft de minister op 8 juli 2025 in gebreke gesteld en zijn beroep op 1 september 2025 ingediend.

De minister had echter op 14 november 2024 een Besluit- en Vertrekmoratorium (BVM) ingesteld voor vreemdelingen uit Libanon, waardoor de beslistermijn voor asielaanvragen die zijn ingediend voor of tijdens de geldigheid van het BVM met een jaar is verlengd. Dit betekende dat de minister niet langer kon beslissen op de aanvraag van de eiser, waardoor de ingebrekestelling prematuur was. De rechtbank oordeelde dat het beroep van de eiser niet voldeed aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en de minister hoeft de proceskosten niet aan de eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. De eiser heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na de bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.41880

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend omdat de minister niet op tijd zou hebben beslist op de opvolgende asielaanvraag van 17 juni 2024.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Is het beroep ontvankelijk?
1. De beslistermijn van zes maanden op het asielverzoek van eiser zou in geval van
eiser in beginsel eindigen op 17 december 2024. [2] Eiser heeft de minister bij brief van 8 juli 2025 in gebreke gesteld. [3] Eiser heeft zijn beroep ingediend op 1 september 2025. [4]
2. Met het besluit van 14 november 2024 heeft de minister een Besluit- en
Vertrekmoratorium [5] (BVM) ingesteld voor vreemdelingen uit Libanon. Met het BVM heeft de minister voor vreemdelingen uit Libanon de beslistermijn voor asielaanvragen die zijn ingediend voor of tijdens de geldigheid van het BVM verlengd met een jaar, tot ten hoogste 21 maanden. Op het moment van het indienen van de ingebrekestelling was het door de minister ingestelde BVM al in werking getreden en nog van kracht, waardoor de minister niet langer kan beslissen op de aanvraag en de ingebrekestelling te vroeg en dus prematuur is ingediend. Het beroep voldoet daarom niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft de proceskosten niet aan eiser te
vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
A.S. van der Veen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 42, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
3.Artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder b, van de Awb.
5.Besluit van 14 november 2024 tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor vreemdelingen afkomstig uit Libanon (