Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- de dagvaarding van 29 april 2025, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord, zonder producties.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
tenzijde wederpartij weet of behoort te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbreekt of de gevolmachtigde de inhoud van de volmacht volledig aan de wederpartij heeft medegedeeld.
‘tenzij de wederpartij weet of behoort te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbreekt’. Dat begrijpt de rechtbank uit het verweer van [gedaagde] dat het op de weg van [eiseres] had gelegen om goed onderzoek te doen naar diegene met wie zij zaken doet en over welke bevoegdheden [gedaagde] beschikte. Met name vanwege de omvang van de transactie had het volgens [gedaagde] op de weg van [eiseres] gelegen om een schriftelijke volmacht te verlangen. Ter zitting heeft [eiseres] voldoende gemotiveerd weersproken dat zij wist of behoorde te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbrak. [eiseres] heeft toegelicht dat het in haar branche niet gebruikelijk is dat specifiek om schriftelijke volmachten wordt gevraagd. [eiseres] had ook geen aanwijzingen waardoor zij wist of had behoren te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbrak. Daar komt bij dat [gedaagde] zich presenteerde met zijn functie bij [bedrijfsnaam 2] en een kopie van het identiteitsbewijs van de heer [naam 2] en een organogram van [bedrijfsnaam 1] heeft overgelegd aan [eiseres] . Bij deze stand van zaken had het op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn verweer nader te onderbouwen. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan, zodat het niet slaagt.
- € 53.333 aan misgelopen rente over het geleende bedrag van € 2.000.000 van 29 november 2024 tot 1 maart 2025;
- € 10.000 aan misgelopen afsluitprovisie op grond van artikel 2.1.3 van de geldleningsovereenkomst.
‘Jij doet dit vanuit privé en ik ook.’
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)