ECLI:NL:RBDHA:2025:20851
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Colombiaanse eiser met vrees voor Cali kartel
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 27 oktober 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser afkomstig uit Colombia. De eiser heeft een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelt dat hij is aangevallen door het Cali kartel en dat hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Colombia. De eiser beweert dat zijn oom, Duffay Guitierrez Aguirre, betrokken is bij de georganiseerde misdaad en dat het Cali kartel wraak wil nemen op zijn familie. De verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft de asielaanvraag afgewezen, omdat hij de vrees van de eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de verweerder gevolgd, maar oordeelde dat de afwijzing niet als kennelijk ongegrond had mogen worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder de eiser geen onmiddellijke vertrekplicht mocht opleggen en geen inreisverbod aan hem mocht uitvaardigen. Het beroep van de eiser is gegrond verklaard, maar de rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien door de asielaanvraag alsnog af te wijzen als ongegrond. De rechtbank heeft de terugkeertermijn vastgesteld op vier weken en de proceskosten van de eiser vastgesteld op € 1.814,-.