ECLI:NL:RBDHA:2025:20968
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke asielzaak
Op 7 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoeker die een proceskostenvergoeding vroeg na het intrekken van zijn beroep tegen de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De verzoeker had eerder een beroep ingediend wegens het niet tijdig beslissen door de minister, maar dit beroep werd als niet-ontvankelijk beschouwd omdat het prematuur was ingediend. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een tegemoetkoming aan de verzoeker, zoals bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank had eerder, op 28 mei 2025, een uitspraak gedaan waarin de minister was opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen op de aanvraag van de verzoeker. Echter, op het moment van het indienen van het beroep was de termijn nog niet verstreken. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om proceskostenvergoeding daarom niet kon worden toegewezen. De uitspraak is gedaan door rechter G.W.B. Heijmans, in aanwezigheid van griffier C.G.H. van der Holst, en is openbaar gemaakt.