ECLI:NL:RBDHA:2025:21055
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 26 januari 2022. Eiser heeft op 28 februari 2023 een beroep ingediend wegens het niet tijdig beslissen. De rechtbank in Zwolle heeft dit beroep op 21 juli 2023 niet-ontvankelijk verklaard. In opvolgende procedures heeft de rechtbank echter de beroepen tegen het niet tijdig beslissen gegrond verklaard. In de uitspraak van 9 januari 2025 heeft de rechtbank de minister opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, tot een maximum van € 7.500,-. De minister heeft op 1 mei 2025 beslist op de aanvraag, maar in de uitspraak van 7 juli 2025 heeft de rechtbank het beroep van eiser tegen dat besluit gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen vier weken een nieuw voornemen te nemen. Eiser heeft de minister op 27 augustus 2025 in gebreke gesteld en op 12 september 2025 beroep ingesteld omdat er niet tijdig was beslist. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en vastgesteld dat het beroep prematuur was ingediend, omdat de beslistermijn van twaalf weken nog niet was verstreken. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en de minister hoeft de proceskosten niet te vergoeden.