ECLI:NL:RBDHA:2025:21061

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2025
Publicatiedatum
10 november 2025
Zaaknummer
09-027237-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop van ontucht met seksueel binnendringen en vervaardiging van kinderpornografisch materiaal

Op 10 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met meerdere minderjarige meisjes, alsook van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd met meisjes tussen de 12 en 16 jaar oud, waarbij ook sprake was van seksueel binnendringen. De verdachte heeft deze handelingen digitaal gefaciliteerd via platforms zoals Snapchat en Whatsapp, waarbij hij de meisjes instructies gaf om ontuchtige handelingen bij zichzelf te verrichten. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd een ander meisje te dwingen om bereikbaar te zijn op Snapchat door bedreigingen uit te spreken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden en een tbs-maatregel met voorwaarden, waarbij de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar zijn meegewogen. De rechtbank heeft ook vorderingen tot schadevergoeding van de slachtoffers toegewezen, waarbij de totale schadevergoeding aanzienlijk is.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09-027237-24
Datum uitspraak: 10 november 2025
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1991 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] , [postcode] te [plaats 1] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats 2] , locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 4 juli 2024, 23 september 2024,
19 december 2024, 13 maart 2025, 11 juni 2025, 18 augustus 2025 (alle pro forma) en
27 oktober 2025 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. H.E.G. van der Eijnden en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw
mr. P. Metgod naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat wat is vermeld in de dagvaarding, die is gewijzigd op de terechtzittingen van 23 september 2024 en 27 oktober 2025. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdachte wordt – kort gezegd – verdacht van:
1. Primair: met [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] , allen tussen de 12 en 16 jaren oud, in de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 via Snapchat, Whatsapp en/of de telefoon ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
en/of
met [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] , die toen nog niet de leeftijd van 16 jaren hadden bereikt, via Snapchat, Whatsapp en/of de telefoon ontuchtige handelingen plegen in de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024.
Subsidiair: in voornoemde periode door misbruik van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding bewegen van voornoemde acht meisjes tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf en/of van de verdachte te dulden.
2. Poging een ander, [naam 9] , door bedreiging met smaad en/of smaadschrift, te dwingen iets te doen en/of te dulden in de periode 12 tot en met 13 augustus 2022.
3. Vervaardiging en het bezit van verschillende vormen van kinderpornografisch materiaal in de periode 26 januari 2014 tot en met 25 maart 2024, terwijl daarvan een gewoonte is gemaakt.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair cumulatief/alternatief, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat hetgeen de verdachte na wijziging van de tenlastelegging ten aanzien van de meisjes [naam 7] en [naam 8] primair wordt verweten (ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 247 Wetboek van Strafrecht (Sr) (oud)) niet kan worden bewezen. Volgens de raadsvrouw kan niet vastgesteld worden dat de verdachte opdrachten of instructies heeft gegeven tot het verrichten van ontuchtige handelingen als bedoeld in dat artikel. De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte daarvan vrij te spreken. Het onder feit 1 subsidiair tenlastegelegde, verleiding als bedoeld in artikel 248a Sr (oud), zou volgens de raadsvrouw in de zaken van [naam 7] en [naam 8] meer passend zijn. De raadsvrouw heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Splitsing bewezenverklaring feit 1 primair/subsidiair
Onder feit 1 primair is de verdachte onder het 1ste cumulatief/alternatief ten aanzien van de meisjes [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] artikel 245 Sr (oud) en onder het 2e cumulatief/alternatief ten aanzien van de meisjes [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] artikel 247 Sr (oud) ten laste gelegd.
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen niet buiten gerede twijfel volgt dat de verdachte met betrekking tot [naam 7] opdrachten, dan wel instructies via Whatsapp, Snapchat en/of de telefoon heeft gegeven tot het plegen van ontuchtige handelingen (als bedoeld in artikel 247 Sr (oud)). Uit de bewijsmiddelen volgt wél, zoals hierna zal blijken, dat de verdachte [naam 7] - kort gezegd - door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding heeft bewogen tot het verrichten van de ontuchtige handelingen genoemd onder a en c van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde (de verleiding als bedoeld in artikel 248a Sr (oud)).
Het voorgaande leidt dan ook tot een gesplitste bewezenverklaring van feit 1. Hierna zal het tenlastegelegde voor wat betreft:
  • [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] als
  • [naam 7] als
  • [naam 8] en [naam 6] als
worden aangeduid.
Het voorgaande brengt tevens met zich dat de verdachte van het primair onder 1b ten laste gelegde, te weten de ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 247 Sr oud, zal worden vrijgesproken.
Verbeterd lezen
De rechtbank heeft gezien dat de namen van de meisjes [naam 6] , [naam 8] en [naam 7] in de gewijzigde tenlastelegging, onder primair 1ste cumulatief/alternatief nog wel worden genoemd onder a), c) of d). Aangezien het de kennelijke bedoeling van de officier van justitie was hen
nietin dat gedeelte van de gewijzigde tenlastelegging op te nemen, zal de rechtbank dat verbeterd lezen, in die zin dat deze meisjes daarin niet worden genoemd.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
Opgave van bewijsmiddelen feiten 1a, 2 en 3
De rechtbank zal voor de feiten 1a, 1c (voor wat betreft [naam 6] ), 2 en 3 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit. Tevens heeft de officier van justitie tot een bewezenverklaring van deze feiten gerekwireerd.
Wanneer hierna ten aanzien van de feiten 1a, 1b, 1c, 2 en 3 wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal ‘einddossier’ van het onderzoek LEMON / NHRBC23193 met het nummer PL1500-2023371241, van de politie Eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 591).
Feiten 1a ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ) en 3
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 oktober 2025.
Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, opgemaakt op 22 november 2023 (p. 57-59).
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , opgemaakt op 22 december 2023 (p. 65-69).
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , opgemaakt op 28 december 2023 (p. 70-82).
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 juli 2024 (p. 92-99).
6. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , opgemaakt op 8 mei 2024 (p. 143-147).
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , 8 mei 2024 (p. 148-154).
8. Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen kinderpornografische afbeeldingen [naam 2] , opgemaakt op 6 mei 2024 (p. 155-164).
9. Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen afbeeldingen slachtoffer [naam 2] op Samsung a14 goednummer 3115716, opgemaakt op 18 juni 2024 (p. 165-174).
10. Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen kinderpornografische afbeeldingen [naam 8] , opgemaakt op 9 april 2024 (p. 182-190).
11. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , opgemaakt op 21 mei 2024 (p. 191-195).
11. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , opgemaakt op 21 mei 2024 (p. 196-202).
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 juli 2024 (p. 203).
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 mei 2024 (p. 204-215).
14. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , opgemaakt op 28 mei 2024 (p. 216-222).
14. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] , opgemaakt op 6 juni 2024 (p. 223-235).
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 24 januari 2024 (p. 236-237).
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 april 2024 (p. 238-248).
19. Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen afbeeldingen slachtoffer [naam 4] op Samsung A14 goednummer 3115716, opgemaakt op 13 juni 2024 (p. 249- 254).
20. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] , opgemaakt op 16 juli 2024 (p. 276-281).
20. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] , opgemaakt op 16 juli 2024 (p. 280-293).
22. Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen kinderpornografische afbeeldingen [naam 5] , opgemaakt op 26 juni 2024 (p. 292-305).
22. Het proces-verbaal van aanhouding van [verdachte] , opgemaakt op 25 maart 2024 (p. 400-402).
Feit 1b ( [naam 7] )
24. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] , opgemaakt op 7 mei 2024, voor zover inhoudende (p. 130-133).
V: Namens wie kom jij aangifte doen?
A: [naam 7] . Zij is nu 10 jaar oud.
V: Tegen wie kom je aangifte doen?
A: Tegen een 40-jarige man uit den Haag die verdacht wordt van zedenzaken.
V: Ik toon je nu 2 A4’tjes. Te zien is foto #4A een printscreen van een Snapchataccount profiel, ook laat ik je foto #4B zien. Op foto #4B staat een meisje. Wat kan je zeggen over beide foto' #4A en #4B?
A Op foto #4B staat [naam 7] .
25. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 oktober 2025, voor zover inhoudende:
V: Ik ging gesprekken aan van: hoe is het? Meestal zei ik dat ik tussen de 13-15 jaar oud was. U vraagt mij of ik ook een alias had. Ja. Ik zei dat ik [alias verdachte] heette.
U vraagt mij wat ik over [naam 7] kan vertellen. Ik weet dat wij contact hebben gehad. We hebben een paar foto’s uitgewisseld. We hebben gechat.
26. Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen kinderpornografische afbeeldingen [naam 7] , opgemaakt op 4 april 2024, voor zover inhoudende (p. 134-140):
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben als rechercheur op grond van mijn taakvulling en opleidingen “Opsporen in kinderporno en kindersekstoerisme" en “Beoordelen (beeld)materiaal in een kinderporno onderzoek” bevoegd en aangewezen de beoordeling van kinderpornografisch (beeld)materiaal uit te voeren. Door ons, verbalisanten, werd er onderzoek gedaan naar het beeldmateriaal, afkomstig van de in beslag genomen gegevensdragers.
Aantreffen afbeeldingen [naam 7] :
Op één van de inbeslaggenomen gegevensdragers, te weten een telefoon van het merk Samsung, type A14, voorzien van het goednummer 3080778 trof ik, verbalisant [verbalisant 1] , meerdere afbeeldingen aan met daarop één en hetzelfde meisje. Dit betroffen negen (9) foto’s en één (1) video. Alle negen (9) foto’s werden beoordeeld als kinderpornografisch.
Op één (1) van deze afbeeldingen is het meisje te zien vanaf haar bovenbenen tot aan haar voorhoofd waarbij zij enkel een truitje draagt die zij aan de onderzijde met haar mond vast heeft waarbij zij het truitje tot net boven haar borsten trekt. De focus van deze foto ligt op haar ontblote geslachtsdeel.
Op andere afbeeldingen toont zij haar ontblote bovenlichaam en is haar gezicht te zien waarbij de focus dan ligt op één of beide borsten.
Op één van de aangetroffen afbeeldingen is te zien dat het meisje haar ontblote vagina en een klein stukje van haar onderbuik toont, waarbij zij wederom van onderaf de opnames heeft gemaakt. Op deze afbeeldingen is te zien dat het meisje met twee vingers één van haar buitenste schaamlippen opzij duwt.
27. Het proces-verbaal van aanhouding van [verdachte] , opgemaakt op 25 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 400-402):
Op maandag 25 maart 2024, bevonden wij, verbalisanten [verbalisant 2] en ter hoogte van een woning gelegen aan de [adres] te [plaats 1] . Wij waren belast met de aanhouding buiten heterdaad van een verdachte, welke genaamd bleek te zijn:
[verdachte] .
Feit 1c ( [naam 8] )
28. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 8] , opgemaakt op 8 mei 2024, voor zover inhoudende (p. 177-180):
Voornaam: [naam 8]
Geboren: [geboortedatum 2] 2010
Verklaring
V: Als je in je eigen woorden mag vertellen waarvan je aangifte doet, hoe zou je dat dan omschrijven?
A: Omdat degene had gezegd dat ik moest doen waarvan ik al een paar keer had gezegd dat ik het niet wilde doen. Hij bleef maar doorgaan en toen werd ik bang en heb ik het toch maar gedaan.
V: Wat heb je gedaan?
A: Hij bleef maar vragen dat ik bepaalde dingen zou sturen. Het was iets met blootfoto's. Ik heb dat ook gedaan.
V: Tegen wie doe jij aangifte?
A: Hij noemde zich [alias verdachte] .
V: Hoe kwam je in contact?
A: Hij had me toegevoegd. Hij begon een normaal gesprek: Hoi gaat het goed? Een paar dagen later vroeg hij dat. Om die blootfoto's te sturen.
V: Wat heet [alias verdachte] over zichzelf verteld?
A: Dat hij dezelfde leeftijd als mij zou zijn. Ik ben 14 jaar. Meer weet ik daar niet van.
V: Hoe ging dat gesprek waar hij naar die blootfoto's vroeg?
A: Hij vroeg of ik dat wilde doen, ik zei dat ik dat liever niet wilde doen omdat ik
het niet fijn vond. Hij bleef maar vragen of ik het wilde doen en toen zei hij: Je moet het doen. Ik schrok daarvan.
V: Hoe wist je hoe je de foto's moest maken?
A: Dat had hij mij gezegd. Hij zei dat ik van dat en dat foto's moest maken. Maar dat weet ik niet meer. Niet van mijn gezicht maar van mijn lijf.
V: [naam 8] , uit het onderzoek is gebleken dat je ook wel dingen bij jezelf deed op de
blootfoto's. Wat kan je daarover vertellen?
A: Hij zei dat ik het moest doen. Misschien moest ik met mijn vinger iets doen daar, maar dat deed ik niet omdat ik het wilde.
29. Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen kinderpornografische afbeeldingen [naam 8] , opgemaakt op 9 april 2024, p. 182-190:
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben als rechercheur op grond van mijn taakvulling en opleidingen “Opsporen in kinderporno en kindersekstoerisme" en “Beoordelen (beeld)materiaal in een kinderporno onderzoek” bevoegd en aangewezen de beoordeling van kinderpornografisch (beeld)materiaal uit te voeren.
Op vrijdag 19 januari en maandag 29 januari 2024 zijn er verschillende gegevensdragers in beslag genomen onder verdachte [verdachte] .
Aantreffen afbeeldingen [naam 8]
Op de in beslag genomen telefoon, merk Samsung, Type A14, voorzien van goednummer 308778, trof ik, verbalisant [verbalisant 1] , 63 afbeeldingen aan met daarop één en hetzelfde meisje, of afbeeldingen die aan dit meisje te koppelen waren. Dit betroffen vierenvijftig (54) foto’s en negen (9) video’s. Achtendertig (38) afbeeldingen van het meisje werden beoordeeld als kinderpornografisch.
Op deze afbeeldingen is onder andere de schaamstreek te zien waarbij óf alleen het schaamhaar in beeld wordt gebracht of er ingezoomd is op de schaamlippen, vagina en billen.
Op sommige van deze afbeeldingen is te zien dat de minderjarige haar vagina met vingers betast, dan wel zich met een vinger(s) penetreert.
Op andere afbeeldingen is te zien dat de minderjarige haar blote buik toont door kleding op te trekken, of alleen een borst ontbloot heeft.
Eén van de genoemde video’s heeft de duur van 1 minuut en 13 seconden.
Op deze video is te zien dat de applicatie Snapchat met de screenrecorder is opgenomen wanneer er een bericht wordt geopend welke is verstuurd door ' [accountnaam 1] ’ ( [accountnaam 1] )’. Wanneer dit bericht is geopend verschijnt er een afbeelding van een meisje met, naar het lijkt, een ontbloot bovenlichaam, waarvan een deel van de schouder tot net boven haar borst te zien is, evenals een deel van haar wang en donkerblond, schouderlang haar.
In het beeld verschijnen instellingstoetsen van de gebruikte screenrecorder, waarna er een tekstveld verschijnt.
Te zien is dat er door “ [accountnaam 2] ” het volgende wordt ingetikt en verstuurd: “Hmm ga door”. In het beeld verschijnt het onderlichaam van een man die een groene broek en een rode onderbroek draagt, waarvan de voorzijde van de groene broek open staat. Uit bovenstaande afbeeldingen blijkt dat de opname is gemaakt in de slaapkamer van de verdachte.
Schermafbeeldingen chats
Afbeelding 8
[accountnaam 2] :
Luister
Ik leg je daarna alles uit
Maar kab hier niet te lang blijven nu
Ik ben nu nog stijf
Dus na dat filmpje krijg je alle uitleg
Afbeelding 11
[accountnaam 2] :
Hmm maak me pik goed hard als je wilt
Onderzoek naar identiteit ‘ [accountnaam 1] ( [accountnaam 1] )’
Uit de zoekslag volgde een hit op een persoon genaamd [naam 8] , met het geboortejaar 2010. Met de aangetroffen persoonsgegevens van [naam 8] werd er een pasfoto van haar identiteitsbewijs opgevraagd die werd vergeleken met de aangetroffen afbeeldingen in de telefoon van verdachte [verdachte] . Aan de hand van deze pasfoto kon worden vastgesteld dat de persoonsgegevens van het meisje
juist waren.
30. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 oktober 2025 (voor zover dat [naam 6] betreft).
31. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] , opgemaakt op 6 mei 2024, voor zover inhoudende (p. 100-103).
32. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] , opgemaakt op 6 mei 2024 (p. 104-109).
32. Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen kinderpornografische afbeeldingen [naam 6] , opgemaakt op 6 mei 2024 (p. 110-121).
32. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 juni 2024 (p. 122-126).
35. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 juni 2024 (p. 123-129).
Feit 1b en 1c ( [naam 7] , [naam 8] en [naam 6] )
36. Het proces-verbaal van bevindingen periode strafbare afbeeldingen geïdentificeerde slachtoffers, opgemaakt op 26 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 355-357):
Wij, verbalisanten, verklaren het volgende:
Naar aanleiding van de strafbare feiten genoemd in dit onderzoek werd door ons, verbalisanten, het beeldmateriaal uitgekeken wat werd aangetroffen op de inbeslaggenomen gegevensdragers van de verdachte [verdachte] . Tijdens dit beeldonderzoek werden er, op meerdere gegevensdragers, kinderpornografische
afbeeldingen aangetroffen. Door ons, verbalisanten, werd per slachtoffer nader onderzoek gedaan naar de periode waarop de strafbare afbeeldingen door de verdachte zijn opgenomen/opgeslagen.
De strafbare afbeeldingen van slachtoffer [naam 7] bleken een Exif created date te hebben van 14-1-2024.
De strafbare afbeeldingen van slachtoffer [naam 8] bleken een Exif created date te hebben van 07-01-2024 t/m 14-01-2024.
De strafbare afbeeldingen van slachtoffer [naam 6] bleken een Exif created date te hebben van 19-12-2023 t/m 15-03-2024.
Feit 2
37. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 oktober 2025.
37. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 8] , opgemaakt op 9 juni 2024 (p. 261-264).
39. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] , opgemaakt op 9 juni 2024 (p. 265-271).
39. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 mei 2024 (p. 271-272).
Feit 3
41. Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, opgemaakt op 27 augustus 2024 (p. 315-324).
41. Het proces-verbaal van bevindingen periode strafbare afbeeldingen geïdentificeerde slachtoffers, opgemaakt op 26 augustus 2024 (p. 355-357).
3.5.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van de feiten 1a, 1b en 1c
De verdachte wordt verweten dat hij met alle meisjes digitaal, dat wil zeggen via Whatsapp, Snapchat en/of de telefoon, (video)gesprekken heeft gevoerd, waarbij deze meisjes na instructie dan wel in opdracht van de verdachte bij zichzelf ontuchtige handelingen hebben gepleegd. Deze ontuchtige handelingen bestonden in sommige zaken mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam. De verdachte was dus niet lijfelijk bij deze meisjes aanwezig en in die zin was er geen lichamelijke aanraking tussen de verdachte en de meisjes.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat onder omstandigheden ook sprake kan zijn van ontucht met een minderjarige als bedoeld in artikel 247 Sr (oud) als er
geenlichamelijke aanraking tussen de verdachte en de minderjarige heeft plaatsgevonden. [1] De rechtbank overweegt dat de verdachte hier telkens wordt verweten dat hij ‘met iemand’ van beneden de twaalf/zestien jaar ‘ontuchtige handelingen’ heeft gepleegd.
Of een gedraging het plegen van ontucht ‘met’ de minderjarige oplevert, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In elk geval dient er sprake te zijn van enige voor het plegen van ontucht met de minderjarige relevante interactie tussen de verdachte en die minderjarige.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte die relevante interactie had met de meisjes [naam 1] , [naam 6] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] en hen dusdoende heeft bewogen ontuchtige handelingen bij zichzelf te plegen en zichzelf daarbij te fotograferen en/of filmen. Die interactie bestond uit de chatgesprekken die hij met hen voerde, waarbij de verdachte onder meer concrete aanwijzingen en instructies gaf. Bij [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] bestonden de ontuchtige handelingen mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam. De rechtbank acht dan ook
feit 1aprimair in zijn geheel wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van [naam 8] overweegt de rechtbank dat er geen sprake hoeft te zijn van op zichzelf staande opdrachten om, bezien in hun onderlinge verband en samenhang, te kunnen spreken van een set aan instructies tot het plegen van ontuchtige handelingen. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte ook ten aanzien van [naam 8] een set aan instructies en opdrachten heeft gegeven om te bewerkstelligen dat zij bij zichzelf ontuchtige handelingen zou plegen. Zo heeft [naam 8] verklaard dat de verdachte haar om blootfoto’s vroeg, dat zij dat liever niet wilde doen, omdat zij het niet fijn vond, dat de verdachte maar bleef vragen of zij het wilde doen en dat hij ook zei “Je moet het doen.” [naam 8] heeft ook verklaard dat de verdachte haar had gezegd hoe de foto’s gemaakt moesten worden en dat zij “van dat en dat” foto’s moest maken, waaruit de rechtbank afleidt dat de verdachte [naam 8] instructies over hoe de foto’s gemaakt moesten worden, heeft gegeven. Ook valt uit Snapchatgesprekken tussen de verdachte en [naam 8] op te maken dat de verdachte (naakt)filmpjes wilde, omdat hij “nu nog stijf” was en dat “hoe meer hoe beter [is]”. Ook stuurde de verdachte naar haar: “maak me pik goed hard als je wilt”. De rechtbank acht
feit 1c primairgelet op het voorgaande dan ook wettig en overtuigend bewezen ten aanzien van [naam 6] en [naam 8] .
Ten aanzien van het feit 2
Artikel 284, eerste lid, onder 2, Sr betreft een klachtdelict. De rechtbank overweegt dat uit het samenstel van de aangifte, de getuigenverklaring van [naam 9] en de vordering tot schadevergoeding genoegzaam blijkt dat [naam 9] de verdachte voor dit feit heeft willen vervolgen. Nu de verdachte dit feit heeft bekend en er naast de bekennende verklaring van de verdachte ook andere bewijsmiddelen, die de bekennende verklaring staven, aanwezig zijn, acht de rechtbank dit feit wettig en overtuigend bewezen.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de onder 1a primair, 1b subsidiair, 1c primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
Feit 1a
hij in de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 in Nederland meermalen met de navolgende meisjes:
- Zaak 1 [naam 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2011,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren hadden bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van genoemde meisjes, te weten:
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon voeren van seksueel geladen en/of prikkelende (video)chatgesprekken met genoemde meisjes en/of
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon geven van opdrachten en/of het instrueren van genoemde meisjes met betrekking tot het aannemen van seksueel getinte poses en/of het verrichten van ontuchtige handelingen, waarbij die meisjes (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij die ontuchtige handelingen mede bestonden uit:
a. a) Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ) en/of
b) Het betasten van de borsten en/of vagina en/of billen ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ) en/of
c) Het spreiden van de schaamlippen ( [naam 2] en [naam 3] ) en/of
d) Het vingeren en/of penetreren met vingers en/of met een voorwerp penetreren van de vagina en/of anus ( [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 1] en [naam 5] ) en/of
- het door genoemde meisjes laten maken van foto's en/of video's/filmpjes van zichzelf, terwijl die meisjes in voornoemde seksueel getinte poses stonden en/of voornoemde ontuchtige handelingen verrichtten en/of
- de door genoemde meisjes gemaakte foto's en/of video's/filmpjes op zijn,
verdachtes, verzoek naar hem, verdachte, laten sturen;
en/of
hij in de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 in Nederland meermalen met de navolgende meisjes:
- Zaak 1 [naam 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2011,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en/of
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten:
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon voeren van (een) (seksueel geladen en/of prikkelend(e)) (video) chatgesprek(ken) met genoemd(e) meisje(s) en/of
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon geven van opdrachten en/of het instrueren van genoemde meisjes met betrekking tot het aannemen van een of meer seksueel getinte poses en/of het verrichten van ontuchtige handelingen, waarbij die meisjes (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij die ontuchtige handelingen mede bestonden uit:
a. a) Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ) en/of
b) Het betasten van de borsten en/of vagina en/of billen ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ) en/of
c) Het spreiden van de schaamlippen ( [naam 2] en [naam 3] ) en/of
- het door genoemde meisjes laten maken van foto's en/of video's/filmpjes van zichzelf, terwijl die meisjes in voornoemde seksueel getinte poses stonden en/of voornoemde ontuchtige handelingen verrichtten en/of
- de door genoemde meisjes gemaakte foto's en/of video's/filmpjes op zijn,
verdachtes, verzoek naar hem, verdachte, laten sturen;
Feit 1b
hij in de periode van
januari 2024tot en met 25 maart 2024 in Nederland meermalen door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding, te weten door zich voor te doen als een jongen in de puberleeftijd en door het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en
hetnavolgende meisje:
- Zaak 3 [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 2014,
die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen door:
- Het via Snapchat seksueel geladen en/of prikkelende (video)chatgesprekken met genoemd meisje(s) te voeren, waarbij die gepleegde ontuchtige handelingen mede bestonden uit:
a. a) Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam en
c) Het spreiden van de schaamlippen en/of
- het door genoemd meisje laten maken van foto's van zichzelf, terwijl dat meisje voornoemde ontuchtige handelingen verrichtte en
- de door genoemd meisje gemaakte foto's naar hem, verdachte, laten toesturen.
Feit 1c
hij in periode van
7 januari 2024tot en met
15 maart2024 in Nederland, meermalen, met
denavolgende meisjes:
- Zaak 2 [naam 6] , geboren op [geboortedatum 9] 2011,
- Zaak 5 [naam 8] , geboren op [geboortedatum 2] 2010,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten:
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon voeren van seksueel geladen en/of prikkelend (video)chatgesprekken met genoemd meisjes en/of
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon geven van opdrachten en/of het instrueren van genoemde meisjes met betrekking tot het aannemen van seksueel getinte poses en/of het verrichten van een of meer ontuchtige handelingen, waarbij die meisjes (gedeeltelijk) naakt te zien waren en waarbij die ontuchtige handelingen mede bestonden uit:
a. a) Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam en/of
b) Het betasten van de vagina en/of
- het door genoemde meisjes laten maken van foto's en/of video's/filmpjes van zichzelf, terwijl dat meisje in voornoemde seksueel getinte poses stond en/of voornoemde ontuchtige handelingen verrichtte en/of
- de door een of meer genoemde meisje gemaakte foto's en/of video's/filmpjes op zijn,
verdachtes, verzoek naar hem, verdachte, laten sturen.
Feit 2
hij in de periode van 12 tot en met 13 augustus 2022 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten een meisje genaamd [naam 9]
,geboren op [geboortedatum 10] 2008, door bedreiging met smaad gericht tegen die [naam 9] , te dwingen iets te doen, te weten dat zij bereikbaar moest zijn op Snapchat, door in een SMS-chat tegen die [naam 9] te zeggen: ‘zorg dat je gvd op snap bereikbaar bent’ en ‘of ik kanker al je foto’s online’ en ‘want je gaat naakt internet op’, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 3
hij in de periode van 26 januari 2014 tot en met
24maart 2024 in Nederland, meermalen, afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en gegevensdragers, - te weten telefoons (Samsung A14 en Samsung Galaxy Note 3 en Samsung Galaxy), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken, te weten:
onderstaande in het dossier benoemde geïdentificeerde meisjes:
- Zaak 2 [naam 6] , geboren op [geboortedatum 9] 2011,
- Zaak 3 [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 2014,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 5 [naam 8] , geboren op [geboortedatum 2] 2010,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
en de in het dossier benoemde ongeïdentificeerde (NN) meisjes,
heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar/hun leeftijd past en/of waarbij door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de anus, de borsten en/of de billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of met de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met (een) vinger(s) en/of (een) voorwerp(en), vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De oplegging van straf en maatregel

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Verder heeft de officier van justitie gevorderd dat wordt opgelegd de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs), met het stellen van voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering en deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van drieënhalf jaar met oplegging van tbs met voorwaarden.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich in een periode van ruim negen maanden schuldig gemaakt aan het met vijf meisjes tussen de twaalf en zestien jaren ontuchtige handelingen plegen, welke handelingen mede bestonden uit het seksueel binnen dringen van het lichaam.
Daarnaast heeft de verdachte met twee meisjes beneden de zestien jaren ontuchtige handelingen gepleegd en heeft de verdachte één meisje van destijds negen jaar misleid tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf. Dit alles gebeurde via (video)gesprekken met Snapchat, Whatsapp of de telefoon. Daarnaast heeft de verdachte gepoogd nog een ander meisje te dwingen om voor hem bereikbaar te zijn via Snapchat.
De verdachte ging bij dit alles zeer listig te werk. Hij stuurde op Snapchat vriendschapsverzoeken en als die verzoeken werden geaccepteerd, dan stelde hij zich onder een andere naam voor en deed hij zich voor als een jongen van, afhankelijk van de leeftijd die de meisjes hem eerst vertelden, tussen de twaalf en zeventien jaar. Ook stuurde hij een foto van een jongen in de tienerleeftijd, die hij op internet had opgezocht, waarbij hij beweerde die jongen te zijn. De verdachte wekte vervolgens gaandeweg het vertrouwen van de meisjes, onder meer door zich (schijnbaar) kwetsbaar op te stellen, waarna hij de meisjes op een gegeven moment vroeg om foto’s van zichzelf te sturen.
Naarmate het contact vorderde sloeg zijn toon om en gaf hij de meisjes op steeds indringender wijze instructies en opdrachten om steeds verdergaande poses aan te nemen en ontuchtige handelingen bij zichzelf te verrichten. Als verdachte zijn zin niet leek te krijgen, dan schroomde hij bovendien niet om zich te bedienen van een commanderende toon of er herhaaldelijk bij de jonge meisjes op aan te dringen om de handelingen toch te verrichten. Bij sommige meisjes bestonden deze handelingen mede uit het seksueel binnendringen van de vagina of anus en moesten zij daarbij soms voorwerpen (zoals een haarborstel) gebruiken. De meisjes hebben naaktfoto’s en -video’s van zichzelf gemaakt waarop te zien was dat zij zichzelf betastten of waarop soms nog vergaande ontuchtige handelingen, zeker voor meisjes van die leeftijd, te zien waren. Deze foto’s en video’s nam de verdachte vervolgens, buiten medeweten van de meisjes, met een screenrecorder op. Ook maakte de verdachte notities van de slachtoffers, waarin onder meer stond beschreven tot welke ontuchtige handelingen het desbetreffende meisje bereid was. Tekenend daarbij is dat een aantal meisjes verklaarde verliefd te zijn geweest op het door de verdachte gecreëerde personage.
Uit het bovenstaande is het de rechtbank duidelijk geworden dat de verdachte alles in het werk heeft gesteld om zijn eigen behoeftes en lusten te bevredigen, waarbij het welzijn van de slachtoffers voor hem volstrekt van ondergeschikt belang was. De rechtbank acht verder van belang dat de verdachte, zelfs nadat bij hem gegevensdragers in beslag waren genomen en de politie zijn huis heeft doorzocht, nog door is gegaan met het benaderen van de slachtoffers. Daaraan kwam pas een einde toen de verdachte werd aangehouden.
Op de gegevensdragers van de verdachte is verder een groot aantal kinderpornografische foto’s en video’s, daterend uit 2014 tot en met 2015 en 2023 tot en met 2024, aangetroffen, waaronder het beeldmateriaal dat hij van slachtoffers heeft verkregen en dat mede door zijn instructies en opdrachten tot stand is gekomen.
In deze zaak zijn jonge meisjes slachtoffer geworden van de aanhoudende drang van de verdachte om seksueel bevredigd te worden. Dit zijn zonder twijfel zeer ernstige feiten. De meisjes zijn aangezet tot het plegen van ontuchtige handelingen met zichzelf die gezien hun jonge leeftijd verre van passend waren. Het is zonder meer aannemelijk dat de verdachte door zijn handelen deze meisjes heeft beschadigd in hun vertrouwen in de medemens en in hun (seksuele) ontwikkeling. Op de zitting hebben één meisje en een aantal ouders van de slachtoffers indringende verklaringen voorgedragen of laten voordragen, waaruit blijkt dat het handelen van de verdachte diepe sporen heeft nagelaten. Tot slot zijn niet alleen de meisjes zelf, maar ook hun ouders erg geraakt door wat hun dochters hebben moeten meemaken.
De rechtbank rekent de verdachte dit alles zwaar aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 27 mei 2024. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld. Het strafblad is niet van invloed op de op te leggen straf.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een pro Justitia rapport van psycholoog [naam 10] Msc (hierna: de psycholoog) d.d. 12 december 2024. De psycholoog heeft geconcludeerd dat bij de verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis en een depressieve stoornis. De psycholoog heeft weliswaar aanwijzingen gezien voor een pedofiele, dan wel een andere gespecificeerde parafiele stoornis, maar de diagnose kon niet definitief worden gesteld. Die andere gespecificeerde parafiele stoornis zou volgens de psycholoog mogelijk een hebefiele stoornis (seksuele voorkeur van een volwassene voor kinderen tussen de 11 tot 14 jaar oud) kunnen zijn.
De verdachte heeft volgens de psycholoog, gelet op de bij hem vastgestelde autismespectrumstoornis, moeite met het op adequate wijze aangaan van sociale contacten. Ook heeft de verdachte een beperkt inlevingsvermogen. Een verband tussen de autismespectrumstoornis en de ten laste gelegde feiten kan dan ook volgens de psycholoog worden vastgesteld. De depressieve stoornis heeft ook een rol in het geheel gehad. De psycholoog heeft geadviseerd om het tenlastegelegde bij een bewezenverklaring in verminderde mate toe te rekenen.
De psycholoog heeft het risico op recidive als matig ingeschat. Hoewel beschermende factoren, zoals een steunend netwerk, aanwezig waren ten tijde van de ten laste gelegde feiten, hebben die de verdachte er niet van kunnen weerhouden die feiten te plegen. Er wordt, gelet op voornoemd recidiverisico en de aard van de problematiek bij de verdachte, door de psycholoog geadviseerd om de verdachte te behandelen en hem in dat kader tbs met voorwaarden op te leggen. Een bevel tot tbs met dwangverpleging wordt niet noodzakelijk geacht. De psycholoog heeft als alternatief een kader via bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf opgeworpen, maar dit acht de psycholoog minder passend bij de verwachte responsiviteit, het recidiverisico en de aard van het ten laste gelegde. Een effectieve behandeling is bij de verdachte noodzakelijk en dat kan beter met de tbs voorwaarden worden gewaarborgd. Ook is het volgens de psycholoog geïndiceerd om toezicht te houden op gebruik van internet c.q. sociale media door de verdachte en daarbij past tbs met voorwaarden beter.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een pro Justitia rapport van psychiater [naam 11] (hierna: de psychiater) d.d. 18 december 2024. Ook de psychiater heeft bij de verdachte een autismespectrumstoornis en een depressieve stoornis vastgesteld. Vanuit de seksuele anamnese heeft de psychiater geen aanwijzingen naar voren zien komen dat bij de verdachte sprake zou kunnen zijn van afwijkend seksueel gedrag. Maar de psychiater heeft ook opgemerkt dat de verdachte mogelijk op dat vlak terughoudend was en er daardoor niet een geheel betrouwbaar beeld is gekregen van het huidig seksueel functioneren van de verdachte. Een parafiele stoornis kon dan ook niet worden bevestigd of uitgesloten.
De psychiater heeft een verband tussen de aanwezige autismespectrumstoornis en de ten laste gelegde feiten vastgesteld. Vanuit angst voor verlating en vanuit seksuele opwinding is de verdachte toenemend dwingend geworden richting de meisjes en is hij niet in staat geweest om zich in te leven in wat dit voor de meisjes heeft betekend. De psychiater heeft geadviseerd om het tenlastegelegde bij een bewezenverklaring in verminderde mate toe te rekenen.
Bij de verdachte is volgens de psychiater sprake van een behoorlijk schrikeffect. De verdachte is gemotiveerd voor behandeling.
Het recidiverisico wordt door de psychiater op matig ingeschat. Er zal moeten worden gewerkt aan het onderzoeken van het delictsscenario en het vergroten van het zelfinzicht van de verdachte in de factoren die bij het ontstaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben meegespeeld. Ook moeten de copingvaardigheden worden verbeterd.
Gelet op de ernst van de ten laste gelegde feiten is de inschatting van de psychiater dat een behandeling binnen een voorwaardelijk strafkader onvoldoende lang en intensief zal zijn om het recidiverisico voldoende te verlagen. Daarom wordt tbs met voorwaarden, mede aangezien een langdurige, effectieve en doelmatige behandeling in het belang van de verdachte is geïndiceerd, geadviseerd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het maatregelenrapport van Reclassering Nederland van 7 oktober 2025, opgesteld door [naam 12] . In tegenstelling tot de psychiater en de psycholoog, acht de reclassering het recidivegevaar gemiddeld-hoog, aangezien de verdachte seksueel gedrag heeft ingezet als copingsmechanisme om met gevoelens van spanning, frustratie en stress om te gaan en dat meer inzicht in het ziektebeeld en handelen van de verdachte noodzakelijk is om de kans op recidive te voorkomen.
Geadviseerd wordt om, in lijn met het advies van de psycholoog en de psychiater, een stevig kader te stellen met oplegging van de tbs met voorwaarden.
Toerekenbaarheid
De rechtbank verenigt zich met de conclusies van de psycholoog en psychiater voor wat betreft de toerekenbaarheid. De rechtbank zal het bewezenverklaarde de verdachte daarom in verminderde mate toerekenen.
De op te leggen straf
De rechtbank is gelet op de ernst van de feiten van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank stelt daarbij voorop dat volgens de LOVS-oriëntatiepunten voor deze feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur als uitgangspunt geldt. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn is geschonden. Dit heeft echter, gelet op de geringe overschrijding, nauwelijks invloed op de hoogte van de op te leggen straf. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande en gelet op wat in vergelijkbare gevallen is opgelegd, een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend zoals bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
De op te leggen maatregel
De rechtbank verenigt zich met de conclusie van de reclassering voor wat betreft het recidiverisico, mede gelet op het advies van de reclassering dat in oktober 2025 is uitgebracht en de omstandigheid dat de verdachte ter terechtzitting meer openheid van zaken heeft gegeven.
Op grond van de aard van de feiten, de pro Justitia-rapporten en de reclasseringsrapportage, is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op een gemiddeld-hoog recidiverisico, de veiligheid van anderen eist dat aan verdachte de tbs-maatregel met voorwaarden wordt opgelegd. Bovendien heeft de verdachte zich op de terechtzitting van 27 oktober 2025 bereid verklaard mee te werken aan de hieronder te stellen voorwaarden.
De rechtbank stelt daarbij vast dat bij de verdachte tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van geestesvermogens bestond, waarbij een autismespectrumstoornis op de voorgrond staat, en dat de door verdachte begane feiten misdrijven zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
Daarmee is aan de formele vereisten voor het opleggen van een tbs maatregel voldaan.
De rechtbank zal dan ook ter bescherming van de veiligheid van anderen de volgende voorwaarden stellen die het gedrag van verdachte betreffen:
  • geen strafbaar feit plegen;
  • meewerken aan reclasseringstoezicht;
  • meewerken aan time-out;
  • niet naar het buitenland;
  • opname in een zorginstelling;
  • ambulante behandeling;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • contactverbod;
  • dagbesteding;
  • vermijden contact met minderjarigen;
  • vermijden digitale omgevingen seksueel kindermisbruik;
  • geven van openheid in (partner)relaties.
De tbs met voorwaarden zal worden opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betreft de onder 1a, 1b en 1c bewezen verklaarde feiten en feit 3 voor zover het gaat om het vervaardigen van kinderpornografie. Indien alsnog wordt beslist dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd, kan de tbs-maatregel daarna langer duren dan vier jaren; deze is bij omzetting ongemaximeerd.
In de ernst van de problematiek van de verdachte en het feit dat sprake is van een gemiddeld-hoog recidiverisico, ziet de rechtbank aanleiding om conform artikel 38, zesde lid, Sr te bevelen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Vanwege de aard en duur van de op te leggen tbs met voorwaarden, ziet de rechtbank in deze zaak geen aanleiding om daarnaast, zoals door de officier van justitie in overweging is gegeven, ook een gedragsbeïnvloedende maatregel op te leggen.

7.De vorderingen tot schadevergoeding en schadevergoedingsmaatregelen

7.1.
De vorderingen
[aangever 1] , bijgestaan door advocaat mr. M. van Rooij, heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 1] (
[naam 1]) als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 6.350,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 3.850,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade.
[aangever 2] , bijgestaan door advocaat mr. P. van der Geest, heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 2] (
[naam 2]) als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
[naam 13] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 4] (
[naam 4]) als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade. Ook is een proceskostenvergoeding verzocht van € 117,81.
[aangever 3] , bijgestaan door advocaat mr. P. van der Geest, heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 3] (
[naam 3]) als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
[naam 14] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 7] (
[naam 7]) als benadeelde partij in het strafproces gevoegd in het strafproces. Er is geen bedrag gevorderd.
[naam 15] , bijgestaan door advocaat mr. H.O. den Otter, heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 8] (
[naam 8]) als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 2.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
[naam 16] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van [naam 9] (
[naam 9]) als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van
€ 100.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
7.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen tot schadevergoeding in de zaken [naam 1] , [naam 2] , [naam 4] , [naam 8] en
[naam 3] en tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering tot schadevergoeding in de zaak [naam 9] , in die zin dat de gevorderde immateriële schade sterk moet worden gematigd. De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over de vordering tot schadevergoeding in de zaak van [naam 7] .
7.3.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft in de zaken [naam 1] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] en [naam 4] met verwijzing naar jurisprudentie verzocht de immateriële schade te uniformeren en hen € 2.500,00 aan immateriële schade toe te kennen. Voor wat betreft de in de zaak van [naam 1] gevorderde materiële schade heeft de verdediging verzocht dit deel van de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien er volgens de verdediging geen rechtstreeks verband tussen de schade en het bewezenverklaarde aanwezig is.
Ten aanzien van de in de zaak [naam 4] gevorderde proceskostenvergoeding heeft de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
Ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding in de zaak [naam 7] heeft de verdediging verzocht deze niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien geen schade is gevorderd.
Ten aanzien van de vordering tot schadevergoeding in de zaak [naam 9] heeft de verdediging verzocht om een vergoeding van € 500,00 toe te kennen.
7.4.
Het oordeel van de rechtbank
7.4.1.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 1]
Materiële schade
De rechtbank is, anders dan door de verdediging bepleit, van oordeel dat de benadeelde partij voldoende heeft onderbouwd dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de gevorderde materiële schade (coaching). De ten tijde van het indienen van de vordering genoten sessies ad € 695,00 komen daarom voor vergoeding in aanmerking. De overige gevorderde materiële schade ad € 3.155,00 betreft toekomstige schade. Toekomstige schade kan op grond van artikel 6:105 van het Burgerlijk Wetboek (BW) “na afweging van goede en kwade kansen bij voorbaat geschieden”. Dat kan alleen als voldoende concreet onderbouwd wordt dat deze schade ook daadwerkelijk zal worden geleden. De rechtbank is van oordeel dat dit het geval is. Er is door de benadeelde partij een concreet behandelplan overgelegd, waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat de gevorderde schade ook daadwerkelijk in die grootte zal worden geleden. De rechtbank zal dan ook dit deel van de gevorderde materiële schade als gevolg van de onder 1a bewezen verklaarde feiten toewijzen.
Immateriële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de onder 1a bewezen verklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade heeft geleden in de vorm van psychisch letsel, wat door verdachte ook niet wordt betwist. Gelet op de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 2.500,00.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 6.350,00, bestaande uit € 3.850,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 25 maart 2024, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Aangezien de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor de onder 1a bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 6.350,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [aangever 1] .
7.4.2.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 2]
Immateriële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de onder 1a bewezen verklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade heeft geleden in de vorm van psychisch letsel, wat door verdachte ook niet wordt betwist. Gelet op de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 2.500,00.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 25 maart 2024, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Aangezien de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor de onder 1a bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van
[aangever 2] .
7.4.3.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 4]
Immateriële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de onder 1a bewezen verklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade heeft geleden in de vorm van psychisch letsel, wat door verdachte ook niet wordt betwist. Gelet op de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 2.500,00.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 25 maart 2024, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Aangezien de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op € 117,81. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor de onder 1a bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van
[naam 13] .
7.4.4.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 3]
Immateriële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de onder 1a bewezen verklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade heeft geleden in de vorm van psychisch letsel, wat door verdachte ook niet wordt betwist. Gelet op de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van aangeefster, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van
€ 2.500,00.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 25 maart 2024, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Aangezien de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor de onder 1a bewezen verklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van
[aangever 3] .
7.4.5.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 8]
Immateriële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1c bewezen verklaarde feit rechtstreeks immateriële schade heeft geleden in de vorm van psychisch letsel, wat door verdachte ook niet wordt betwist. Gelet op de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 2.500,00.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 2.500,00, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 14 januari 2024, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Aangezien de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 1c bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 januari 2024 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van
[naam 15] .
7.4.6.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 7]
De rechtbank overweegt dat er geen schadebedrag is ingevuld. Het verzoek tot schadevergoeding zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
7.4.7.
De vordering tot schadevergoeding in de zaak ten aanzien van [naam 9]
Immateriële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks immateriële schade heeft geleden in de vorm van psychisch letsel, wat door verdachte ook niet wordt betwist. Gelet op de ernst van de inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 1.500,00.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van € 1.500,00, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 13 augustus 2022, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Aangezien de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 augustus 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van
[naam 16] .

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (hierna: beslaglijst), die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht, onder 4, 5 en 6 aan de beslagene kunnen worden teruggegeven. Van de rest van de in de beslaglijst opgenomen voorwerpen heeft de verdachte afstand gedaan.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de onder 4, 5 en 6 genoemde voorwerpen aan de beslagene terug te geven.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst onder 1, 2, 3 en 7 genoemde voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het onder 3 bewezenverklaarde feit is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank is verder van oordeel dat, aangezien het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, de voorwerpen onder 4, 5 en 6 aan de beslagene moeten worden teruggegeven, voor zover deze nog niet teruggegeven zijn. De rechtbank zal dan ook de teruggave aan de beslagene gelasten van de op de beslaglijst onder 4, 5 en 6 genoemde voorwerpen.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36b, 36c, 36f, 37a, 37b, 38, 38a, 45, 55, 57, 240b (oud), 245 (oud), 247 (oud), 248a (oud) en 284 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1b primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1a primair, 1b subsidiair, 1c primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van de feiten 1a primair:
de eendaadse samenloop van
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
en
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 1b subsidiair
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen;
ten aanzien van feit 1c primair
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2
poging tot een ander door bedreiging met smaad te dwingen iets te doen;
ten aanzien van feit 3
een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen verwerven, in bezit hebben of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
ten aanzien van de feiten 1a primair, 1b subsidiair, 1c primair, 2 en 3
een gevangenisstraf voor de duur van
48 (ACHTENVEERTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de terbeschikkingstelling van de verdachte;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
Dat de terbeschikkinggestelde:
zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
meewerkt aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat de terbeschikkinggestelde:
- zich op afspraken bij de reclassering meldt. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de terbeschikkinggestelde vast te stellen;
- zich aan de aanwijzingen van de reclassering houdt. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- meewerkt aan huisbezoeken;
- de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet op een ander adres vestigt zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
3. als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out kan worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
4. niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat, zonder toestemming van de reclassering;
5. zich laat opnemen in een klinische zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de zorginstelling dat nodig vinden. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling, leefregels van de verblijfsinstelling en plaatsing;
6. zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
7. in een begeleide woonvorm en/of maatschappelijke opvang verblijft te bepalen door de reclassering, mocht dit nodig blijken. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
8. op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met de slachtoffers, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
9. zich inzet voor het realiseren en behouden van een passende- en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
10. op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zoals het contact met de minderjarige dochter van de terbeschikkinggestelde, zorgt hij dat de reclassering, behandelaar of ambulant begeleider of een ander persoon - die door de reclassering gescreend is en waar de reclassering contact mee houdt – hierbij aanwezig is en/of maakt heldere afspraken met de betrokken partijen – waarbij rekening wordt gehouden met de gevarenrisico’s;
11. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;
12. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd; - geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);
13. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder 1. en 2. zal vermijden en bespreekt hoe dit verloopt in gesprekken met de reclassering.
Het toezicht op de naleving van de onderdelen 1. tot en met 3. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die de terbeschikkinggestelde in gebruik heeft. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die hij in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past de terbeschikkinggestelde de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.
De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen.
De controles mogen maximaal (circa) drie keer per jaar worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de terbeschikkinggestelde zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de terbeschikkinggestelde.
12. de reclassering openheid geeft over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties en de reclassering toestemming verleent om relevante referenten uit zijn (sociale) netwerk te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn (sociale) netwerk.
geeft opdracht aan Reclassering Nederland de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaar is;
ten aanzien van feit 1a primair
wijst de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 1] toe en veroordeelt de verdachte om te betalen een bedrag van € 6.350,00, bestaande uit € 3.850,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald (, [naam 1] );
wijst de vorderingen tot schadevergoeding van de onderstaande benadeelde partijen deels toe en veroordeelt de verdachte om te betalen:
  • een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, aan [aangever 2] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald ( [naam 2] );
  • een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, aan [naam 13] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald ( [naam 4] );
  • een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, aan [aangever 3] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald ( [naam 3] );
bepaalt dat [aangever 2] , [naam 13] en [aangever 3] voor het overige niet-ontvankelijk zijn in hun vordering tot schadevergoeding en dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen [aangever 1] ,
[aangever 2] en [aangever 3] gemaakt, tot op heden in begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [naam 13] gemaakt, tot op heden in begroot op € 117,81, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
ten aanzien van feit 1b subsidiair
bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, begroot op nihil;
ten aanzien van feit 1c primair
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij geheel toe en veroordeelt de verdachte om te betalen een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, aan [naam 15] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 januari 2024 tot de dag waarop deze vordering is betaald ( [naam 8] );
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
ten aanzien van feit 2
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe en veroordeelt de verdachte om te betalen een bedrag van € 1.500,00, bestaande uit immateriële schade, aan [naam 16] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 augustus 2022 tot de dag waarop deze vordering is betaald ( [naam 9] );
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden in begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
schadevergoedingsmaatregel
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van:
  • € 6.350,00, bestaande uit € 3.850,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop dit is betaald aan [aangever 1] ( [naam 1] );
  • € 2.500,00, bestaande immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop dit is betaald aan [aangever 2] ( [naam 2] );
  • € 2.500,00, bestaande immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop dit is betaald aan [naam 13] ( [naam 4] )
  • € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 maart 2024 tot de dag waarop dit is betaald aan [aangever 3] ( [naam 3] );
  • € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 januari 2024 tot de dag waarop dit is betaald aan [naam 15] , ( [naam 8] );
  • € 1.500,00, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 13 augustus 2022 tot de dag waarop dit is betaald aan [naam 16] ( [naam 9] );
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag van € 6.350,00 ten behoeve van [aangever 1] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 66 dagen;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag van € 2.500,00 ten behoeve van [aangever 2] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag van € 2.500,00 ten behoeve van [naam 13] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag van € 2.500,00 ten behoeve van [aangever 3] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag van € 2.500,00 ten behoeve van [naam 15] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag van € 1.500,00 ten behoeve van [naam 16]
niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 25 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de betreffende benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat ten aanzien van die benadeelde partij in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij de betalingsverplichting aan die benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
de inbeslaggenomen goederen;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 1, 2, 3 en 7 genoemde voorwerpen, te weten:
1. computer (PL1500-2023371241-G3080776, laptop HP);
1. telefoontoestel (PL1500-2023371241-G3080778, Galaxy A14, Samsung);
1. telefoontoestel (PL1500-2023371241-G3085411, Galaxy note 3, Samsung);
1. telefoontoestel (PL1500-2023371241-G3115716, Samsung)
gelast de teruggave aan de beslagene, voor zover deze nog niet zijn teruggegeven, van de op de beslaglijst onder 4, 5 en 6 genoemde voorwerpen, te weten:
1. computer (PL1500-2023371241-G3085416, X-Box One S);
1. horloge (PL1500-2023371241-G3085423, smartwatch);
1. telefoontoestel (PL1500-2023371241-G3085427,
Samsung, Zwart, merk: Samsung).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Rootring, voorzitter,
mr. S. Pereth, rechter,
mr. R.J. Wortelboer, rechter,
in tegenwoordigheid van R.O. Hollander, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 november 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal, met de navolgende meisjes:
- Zaak 1 [naam 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2011,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en/of
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had(den) bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van genoemd(e) meisje(s), te weten:
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon voeren van (een) (seksueel geladen en/of prikkelend(e)) (video) chatgesprek(ken) met genoemd(e) meisje(s) en/of
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon geven van opdrachten en/of het instrueren van genoemd(e) meisje(s) met betrekking tot het aannemen van een of meer (seksueel getinte) poses en/of het verrichten van een of meer ontuchtige handelingen, waarbij dat/die meisje(s) (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij die ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
a.
a)Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam ( [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] ) en/of
b)Het betasten van de borsten en/of vagina en/of billen ( [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] ) en/of
c)Het spreiden van de schaamlippen ( [naam 7] , [naam 2] en/of [naam 3] ) en/of
d)Het vingeren en/of penetreren met vingers en/of met een voorwerp penetreren van de vagina en/of anus ( [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 1] en/of [naam 5] ) en/of
- het door een of meer genoemd(e) meisje(s) laten maken van foto's en/of video's/filmpjes van zichzelf, terwijl dat/die meisje(s) in voornoemde (seksueel getinte) poses stond(en) en/of voornoemde ontuchtige handelingen verrichtte(n) en/of
- de door een of meer genoemde meisje(s) gemaakte foto's en/of video's/filmpjes op zijn, verdachte’s, verzoek naar hem, verdachte, laten sturen;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal, met de navolgende meisjes:
- Zaak 1 [naam 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2011,
- Zaak 2 [naam 6] , geboren op [geboortedatum 9] 2011,
- Zaak 3 [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 2014,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 5 [naam 8] , geboren op [geboortedatum 2] 2010,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en/of
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten:
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon voeren van (een) (seksueel geladen en/of prikkelend(e)) (video) chatgesprek(ken) met genoemd(e) meisje(s) en/of
- het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon geven van opdrachten en/of het instrueren van genoemd(e) meisje(s) met betrekking tot het aannemen van een of meer (seksueel getinte) poses en/of het verrichten van een of meer ontuchtige handelingen, waarbij dat/die meisje(s) (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij die ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
a. a) Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam ( [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] .) en/of
b) Het betasten van de borsten en/of vagina en/of billen ( [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] ) en/of
c) Het spreiden van de schaamlippen ( [naam 7] , [naam 2] en/of [naam 3] ) en/of
- het door een of meer genoemd(e) meisje(s) laten maken van foto's en/of video's/filmpjes van zichzelf, terwijl dat/die meisje(s) in voornoemde (seksueel getinte) poses stond(en) en/of voornoemde ontuchtige handelingen verrichtte(n) en/of
- de door een of meer genoemde meisje(s) gemaakte foto's en/of video's/filmpjes op zijn, verdachte’s, verzoek naar hem, verdachte, laten sturen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2023 tot en met 25 maart 2024 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans éénmaal, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten door zich voor te doen als een jongen in de puberleeftijd en/of door het leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en de navolgende meisjes:
- Zaak 1 [naam 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2011,
- Zaak 2 [naam 6] , geboren op [geboortedatum 9] 2011,
- Zaak 3 [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 2014,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 5 [naam 8] , geboren op [geboortedatum 2] 2010,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en/of
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
die de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden door:
- Het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon (een) (seksueel geladen en/of prikkelend(e)) (video) chatgesprek(ken) met genoemd(e) meisje(s) te voeren en/of
- Het via WhatsApp en/of Snapchat en/of de telefoon geven van opdrachten en/of het instrueren van genoemd(e) meisje(s) met betrekking tot het aannemen van een of meer (seksueel getinte) poses en/of het verrichten van een of meer ontuchtige handelingen, waarbij die/dat meisje(s) (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij die gepleegde ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
a. a) Het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of het tonen van een (gedeeltelijk) ontbloot lichaam ( [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] ) en/of
b) Het betasten van de borsten en/of vagina en/of billen ( [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] ) en/of
c) Het spreiden van de schaamlippen ( [naam 7] , [naam 2] en/of [naam 3] ) en/of
d) Het vingeren en/of penetreren met vingers en/of met een voorwerp penetreren van de vagina en/of anus ( [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] en/of [naam 4] ) en/of
- het door een of meer genoemd(e) meisje(s) laten maken van foto's en/of video's/filmpjes van zichzelf, terwijl dat/die meisje(s) in voornoemde (seksueel getinte) poses stond(en) en/of voornoemde ontuchtige handelingen verrichtte(n) en/of
- de door een of meer genoemde meisje(s) gemaakte foto's en/of video's/filmpjes op zijn, verdachte’s, verzoek naar hem, verdachte, laten toesturen en/of
waarbij die van hem, verdachte, te dulden ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
- Het versturen van één of meer foto’s en/of video’s/filmpjes van zijn, verdachte's, geslachtsdeel naar die [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] en/of
- Het zichzelf tijdens (een) (video) chatgesprek(ken) met [naam 1] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 2] , [naam 8] , [naam 3] , [naam 4] en/of [naam 5] zichtbaar af te trekken;
2
hij in of omstreeks de periode van 12 tot en met 13 augustus 2022 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten een meisje genaamd [naam 9]
,geboren op [geboortedatum 10] 2008, door bedreiging met smaad en/of smaadschrift gericht tegen die [naam 9] , te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten dat zij bereikbaar moest zijn op Snapchat, door in een SMS-chat tegen die [naam 9] te zeggen: ‘zorg dat je gvd op snap bereikbaar bent’ en/of ‘of ik kanker al je foto’s online’ en/of ‘want je gaat naakt internet op’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2014 tot en met 25 maart 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films en/of gegevensdragers, - te weten een of meer telefoons (Samsung A14 en/of Samsung Galaxy Note 3 (per abuis A7 genoemd) en/of Samsung Galaxy), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken, te weten:
onderstaande in het dossier benoemde geïdentificeerde meisjes:
- Zaak 2 [naam 6] , geboren op [geboortedatum 9] 2011,
- Zaak 3 [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 2014,
- Zaak 4 [naam 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2009,
- Zaak 5 [naam 8] , geboren op [geboortedatum 2] 2010,
- Zaak 6 [naam 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2010,
- Zaak 7 [naam 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2010 en/of
- Zaak 9 [naam 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2010,
en/of de in het dossier benoemde ongeïdentificeerde (NN) meisjes,
heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past en/of waarbij door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de anus, de borsten en/of de billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Bijlage II, collectiescan (einddossier p. 328)
Vindplaats in toonmap:
SO Zaak 3: [naam 7] , afbeeldingen # 01 en # 02
SO Zaak 5 [naam 8] , afbeeldingen #05 en # 06
SO Zaak 7 [naam 4] , afbeelding #11
SO Zaak 6 [naam 3] , afbeelding # 15
SO Zaak 4 [naam 2] , afbeelding # 19
SO Zaak 2 [naam 6] , afbeeldingen # 22 en # 23
SO Zaak 9 [naam 5] , afbeeldingen # 37 en # 38
PV [naam 17] , afbeeldingen # 25, # 26 en # 27
PV beschrijving KP (algemeen), afbeeldingen # 44 en # 45
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of met de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bijlage II, collectiescan (einddossier p. 327)
Vindplaats in toonmap:
SO Zaak 3: [naam 7] , afbeelding # 3
SO Zaak 5 [naam 8] , afbeelding:# 6
SO Zaak 7 [naam 4] , afbeeldingen # 10 en # 31
SO Zaak 6 [naam 3] , afbeelding #14
SO Zaak 4 [naam 2] , afbeeldingen # 18, # 32 en # 33
SO Zaak 2 [naam 6] , afbeeldingen # 21 en # 34
SO Zaak 9 [naam 5] , afbeeldingen # 35 en # 36
NN-meisje, afbeelding #40
PV [naam 17] , afbeeldingen # 26, # 28 en # 29
PV beschrijving KP (algemeen): # 43
en/of
het met (een) vinger(s) en/of (een) voorwerp(en), vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt
Bijlage II, collectiescan (einddossier: p. 326)
Vindplaats in toonmap:
SO Zaak 7 [naam 4] , afbeeldingen # 9 en # 31)
SO Zaak 6 [naam 3] , afbeelding #13
SO Zaak 4 [naam 2] , afbeeldingen # 17 en # 32
NN meisje, afbeeldingen # 40
PV beschrijving KP (algemeen), afbeelding # 42
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.HR 30 november 2004, ECLI:NL:2004:AQ0950.