In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 11 november 2025, gaat het om een opvolgend beroep van eiseres tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft eerder de minister opgedragen om uiterlijk 30 juni 2025 een besluit te nemen, maar dit is niet gebeurd. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en vastgesteld dat het dossier mogelijk niet compleet is, omdat de minister nog documenten moet beoordelen. De rechtbank heeft bepaald dat de minister binnen vier weken na de uitspraak een beslissing moet nemen op de aanvraag. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. De proceskosten van eiseres zijn vastgesteld op € 453,50, die de minister moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.