In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 november 2025 een beschikking gegeven inzake gezagsuitoefening en de aanvraag van een paspoort voor een minderjarige. De moeder heeft verzocht om vervangende toestemming om met haar minderjarige kind, geboren in 2015, op vakantie te gaan naar Italië van 19 tot en met 22 december 2025, en om een nieuw legitimatiebewijs voor het kind aan te vragen. De vader heeft verweer gevoerd en zijn zorgen geuit over de veiligheid van het kind bij de moeder, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende aanwijzingen waren dat de veiligheid van het kind in het geding zou zijn. De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder toegewezen, waarbij zij de toestemming van de vader verving. Tevens heeft de rechtbank de vader veroordeeld in de proceskosten, omdat hij oneigenlijk gebruik maakte van zijn ouderlijk gezag door zijn toestemming te onthouden. De proceskosten zijn begroot op € 852,-, bestaande uit griffierecht en advocaatkosten voor de moeder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.