ECLI:NL:RBDHA:2025:21243

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
NL24.47417
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 november 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld dat door verzoekster is ingediend in het kader van haar beroep tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Het verzoek betreft de aanvraag van verzoekster, die eerder op 11 november 2024 door de minister is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen.

De voorzieningenrechter verwijst naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.47416, waarin op het beroep van verzoekster is beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af.

Verzoekster heeft geen recht op terugbetaling van het griffierecht en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak gedaan met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.47417

uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 november 2025 in de zaak tussen

[verzoekster], v-nummer: [nummer], verzoekster

en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dat verzoekster heeft ingediend hangende haar beroep tegen het besluit van 11 november 2024 van de minister op de aanvraag van verzoekster.
1.1.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.47416, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig.
2.1.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Verzoekster krijgt daarom het griffierecht niet terug. Voor een proceskostenveroordeling bestaat ook geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van F. Metz, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.De voorzieningenrechter heeft daarbij toepassing gegeven aan artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).