ECLI:NL:RBDHA:2025:21248
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en heroverweging van een eerder besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 november 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. Eiseres had de mvv aangevraagd met het doel om als gezinslid bij haar vader, de heer [referent], te verblijven. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag en een verzoek tot heroverweging van een eerder besluit afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft afgewezen, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor het beoogde verblijfsdoel. Eiseres was op het moment van de aanvraag 31 jaar oud en kan niet als minderjarige worden aangemerkt. Bovendien valt zij niet onder de standstillbepaling, aangezien zij niet als gezinslid kan worden beschouwd. De rechtbank wijst erop dat het eerdere besluit tot afwijzing in rechte vaststaat en dat er inmiddels 10 jaar is verstreken sinds de eerdere aanvraag. Eiseres heeft in haar beroep enkel de eerder aangevoerde gronden herhaald zonder nieuwe argumenten aan te voeren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de mvv-aanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.