ECLI:NL:RBDHA:2025:21299
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over proceskostenvergoeding na intrekking beroep wegens niet tijdig beslissen op mvv-aanvraag
Op 10 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en de minister van Asiel en Migratie. Verzoekster had op 24 juni 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar mvv-aanvraag van 16 augustus 2023. De minister heeft op 10 oktober 2025 de aanvraag ingewilligd, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, omdat de minister niet binnen de geldende termijn op de aanvraag heeft beslist en de aanvraag hangende het beroep is ingewilligd, de minister geheel aan het beroep van verzoekster tegemoet is gekomen. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen en de minister veroordeeld tot betaling van € 453,50 voor de door een derde verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.