Deze uitspraak betreft een verzoek om handhaving dat door eiser is ingediend tegen de huisvesting van arbeidsmigranten op een perceel naast zijn woning. Eiser stelt dat de aanwezigheid van deze arbeidsmigranten leidt tot overlast, waaronder geluidshinder. Het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard heeft het verzoek afgewezen, met de argumentatie dat de huisvesting van arbeidsmigranten niet in strijd is met het bestemmingsplan. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 21 oktober 2025 uitspraak gedaan en oordeelt dat het college het handhavingsverzoek terecht heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat volgens het bestemmingsplan de huisvesting van arbeidsmigranten is toegestaan. De rechtbank legt uit dat de definitie van 'wonen' in het bestemmingsplan niet beperkt is tot één huishouden, zoals eiser betoogt. De rechtbank concludeert dat er geen overtreding is van het bestemmingsplan en dat het college niet handhavend kan optreden.
Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank wijst erop dat, hoewel het verhuren aan arbeidsmigranten geen overtreding vormt, het college wel moet optreden als er daadwerkelijk overlast wordt veroorzaakt. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Groes, rechter, en mr. I. Ince, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2025.