ECLI:NL:RBDHA:2025:21341

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
C/09/692700 /KG ZA 25-991
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over medewerking aan levering van een gemeenschappelijke woning na echtscheiding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die van 2019 tot 2025 met elkaar gehuwd zijn geweest. De man vordert dat de vrouw haar medewerking verleent aan de ondertekening van documenten die noodzakelijk zijn voor de overname van de echtelijke woning en de daaraan verbonden hypothecaire lening. De vrouw heeft geweigerd om het formulier voor adviseurswijziging te ondertekenen, omdat zij het niet eens is met de getaxeerde waarde van de woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in een eerdere beschikking zijn overeengekomen dat de man de woning kan overnemen tegen de getaxeerde waarde, en dat de vrouw verplicht is om haar medewerking te verlenen aan de notariële overdracht van de woning. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw zonder goede reden haar medewerking heeft onthouden en heeft haar veroordeeld om binnen twee dagen het formulier adviseurswijziging te ondertekenen en binnen een week medewerking te verlenen aan de overdracht van de woning. De vrouw is ook veroordeeld in de proceskosten van de man, die zijn begroot op € 1.761,45. In reconventie heeft de vrouw gevorderd dat de man medewerking verleent aan de verkoop van de woning aan een derde, maar deze vordering is afgewezen omdat de man momenteel niet verplicht is om mee te werken aan de verkoop.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/692700 / KG ZA 25-991
Vonnis in kort geding van 4 november 2025
in de zaak van
[de man]te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. K. van Doorn,
tegen
[de vrouw]te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. A. Ramsaroep.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 oktober 2025, met producties en aanvullende producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2025. Ter zitting heeft de man zijn vordering tot ondertekening van de afstandsverklaring ingetrokken. Verder hebben partijen overeenstemming bereikt over de verdeling van de inboedel en de afgifte van de zaken van de onderneming van de vrouw. Daarop heeft de vrouw haar daarop gerichte vorderingen ingetrokken. Ter zitting heeft de advocaat van de man geciteerd uit een e-mailwisseling van 20 oktober 2025 tussen haar en de taxateur, waarna zij deze e-mails heeft verstrekt aan de vrouw en aan de voorzieningenrechter. Deze e-mails zijn toegevoegd aan het procesdossier.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn van [datum 1] 2019 tot [datum 2] 2025 met elkaar gehuwd geweest. Uit het huwelijk is geboren [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2020.
2.2.
Tijdens de echtscheidingsprocedure hebben partijen overeenstemming bereikt over de afwikkeling van hun huwelijksgoederenregime. Bij beschikking van 22 augustus 2025 van deze rechtbank (hierna: de Beschikking) is met betrekking tot de echtelijke woning aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] (hierna: de woning) het volgende bepaald:

1) de woning wordt toegedeeld aan de man op de volgende wijze en onder de volgende
voorwaarden:
a) de man dient uiterlijk 11 augustus 2025 aan de vrouw drie onafhankelijke
makelaar-taxateurs voor te stellen die bereid en in staat zijn de woning te
taxeren, waaruit de vrouw er vervolgens binnen één week (uiterlijk 18 augustus 2025) één kiest. Partijen verstrekken vervolgens een gezamenlijke opdracht aan deze makelaar-taxateur tot taxatie van de woning. Deze makelaar-taxateur zal tussen partijen bindend de waarde vaststellen waartegen de man de woning kan overnemen. De man zal de kosten van de taxatie op zich nemen;
b) de man dient binnen drie maanden na de taxatie aan de vrouw aan te tonen dat hij de woning tegen de getaxeerde waarde kan overnemen met ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldleningen;
(...)
e) partijen verlenen over en weer op eerste verzoek van de ander hun
medewerking aan de notariële overdracht van de woning;
2) indien de man de woning niet kan overnemen onder bovengenoemde voorwaarden
dan wordt de woning verkocht en geleverd aan een derde op de volgende wijze en
onder de volgende voorwaarden: (...)
2.3.
Bij e-mail van 11 augustus 2025 heeft de man drie taxateurs voorgesteld aan de vrouw. Bij e-mail van 21 augustus 2025 heeft de vrouw aan de man bericht dat zij instemt met een taxatie door [taxateur] (hierna: de taxateur).
2.4.
Vervolgens is de taxateur op 26 augustus 2025 overgegaan tot taxatie van de woning. De taxateur heeft de marktwaarde van de woning getaxeerd op € 450.000,-.
2.5.
In het taxatierapport van 16 september 2025 staat dat het doel van de taxatie “het verkrijgen van hypothecaire financiering” is. Met betrekking tot de waardering vermeldt het taxatierapport het volgende:
“Wat is ‘marktwaarde’?
De officiële definitie van marktwaarde is:

Het geschatte bedrag waartegen vastgoed zou worden overgedragen op de waardepeil-datum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing, waarbij de partijen met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang zouden hebben gehandeld.
De marktwaarde van een woning is altijd een schatting. Preciezer: het is een schatting van wat een geïnteresseerde koper zou willen betalen aan een verkoper die de woning graag wil verkopen. Er zijn daarbij een paar voorwaarden:
1. De verkoper heeft reclame gemaakt voor verkoop van de woning.
2. De koper en de verkoper hebben genoeg verstand van woningprijzen.
3. De koper en de verkoper handelen nadat ze er goed over hebben nagedacht.
4. De koper en de verkoper handelen vrij en zonder dwang. (...)
2.6.
Bij e-mail van 17 september 2025 heeft de man het taxatierapport verzonden aan de vrouw.
2.7.
Voor de financiering van de overname van de hypotheek heeft de man zich gewend tot Obvion, waarbij hij is gewisseld van financieel adviseur. Obvion heeft aan de man meegedeeld dat hij en de vrouw in verband daarmee een formulier adviseurswijziging moeten ondertekenen. Bij e-mails van 15, 19 en 22 september 2025 heeft de man de vrouw verzocht om het formulier voor de adviseurswijziging te ondertekenen. De vrouw heeft niet aan dit verzoek voldaan. Zij heeft daartoe onder meer gesteld dat de wijziging van de hypotheekadviseur niet noodzakelijk is. Daarnaast heeft zij gesteld dat zij niet akkoord is met de getaxeerde waarde.
2.8.
Bij e-mail van 6 oktober 2025 heeft de advocaat van de man aan de vrouw meegedeeld dat het aan de man is om te bepalen hoe hij de woning financiert en dat de getaxeerde waarde op grond van de Beschikking bindend is voor partijen. In deze e-mail heeft de advocaat van de man de vrouw gesommeerd om het formulier tot wijziging van de financieel adviseur te ondertekenen. De vrouw heeft aan deze sommatie niet voldaan.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Na vermindering van eis vordert de man bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I. te gelasten dat de vrouw haar onvoorwaardelijke medewerking verleent aan alle (rechts)handelingen die noodzakelijk zijn om de man in staat te stellen de woning en de daaraan verbonden hypothecaire geldlening over te nemen en de vrouw te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, een en ander conform de Beschikking, inhoudende dat zij in ieder geval haar medewerking verleent door op eerste verzoek de benodigde formulieren te ondertekenen, alsmede het verlijden en passeren van een notariële akte waarmee (het aandeel van de vrouw in) de woning aan de man wordt overgedragen, waarbij de vrouw
a) binnen één dag na de datum van dit vonnis het formulier adviseurswijziging ondertekent;
b) op eerste verzoek van de man dan wel de notaris medewerking verleent aan de overdracht van de woning aan de man;
II. te bepalen dat indien de vrouw met het voorgaande in gebreke blijft, dit vonnis op de voet van artikel 3:300 BW van de vereiste wilsverklaring, medewerking en/of handtekening in de plaatst treedt.
een en ander met veroordeling van de vrouw in de proceskosten.
3.2.
De man legt aan de verminderde vordering het volgende ten grondslag.
Partijen zijn overeengekomen dat de man de mogelijkheid krijgt om de woning over te nemen. In dat kader mag de man er redelijkerwijs op vertrouwen dat de vrouw haar medewerking verleent aan alle noodzakelijke handelingen die het hem mogelijk maken de woning daadwerkelijk over te nemen. Het is daarnaast ook in het belang van de vrouw dat zij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Dit vereist dat zij het formulier adviseurswijziging ondertekent. De weigerachtige houding van de vrouw belemmert de man om binnen de gestelde termijn aan te tonen dat hij de woning en de hypothecaire geldlening kan overnemen. De man vreest verder dat de vrouw ook in het vervolg haar medewerking zal onthouden. De man heeft daarom een spoedeisend belang bij toewijzing van zijn vorderingen.
3.3.
De vrouw voert verweer. De vrouw concludeert tot afwijzing van de vorderingen van de man, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de man in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Na vermindering van eis vordert de vrouw, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, samengevat: de man te veroordelen binnen een week na de datum van dit vonnis medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning aan een derde, zoals bepaald in de Beschikking, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de man in de proceskosten.
3.6.
De vrouw legt aan de verminderde vordering het volgende ten grondslag.
De taxatiewaarde van de woning is te laag. Uit een rapport van Huispedia.nl volgt dat de realistische woningwaarde gelegen is tussen € 492.000,- en € 572.000,-. De taxatie is niet conform de afspraken uitgevoerd. De taxatieopdracht is niet door partijen gezamenlijk gegeven, de vrouw is niet bij de taxatie aanwezig geweest en de man heeft buiten de vrouw om contact gehad met de taxateur. Verder is het doel van de taxatie niet juist, omdat in het taxatierapport staat dat het doel van de taxatie is het verkrijgen van (hypothecaire) financiering. Bij deze taxatie is geen rekening gehouden met de het overbieden vanwege krapte op de woningmarkt. De vrouw heeft belang bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. Zij heeft er daarom belang bij dat de man meewerkt aan de verkoop van de woning.
3.7.
De man voert verweer. De man concludeert tot afwijzing van de vorderingen van de vrouw, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de vrouw in de kosten van deze procedure,
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
In de echtscheidings- en verdelingsprocedure zijn partijen met betrekking tot de verdeling overeengekomen dat de man in de gelegenheid wordt gesteld om de woning en de hypotheek over te nemen tegen de getaxeerde waarde met ontslag van de vrouw uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. De tussen partijen overeengekomen termijn dat de man moet aantonen dat hij hiertoe in staat is bedraagt drie maanden. Verder zijn partijen overeengekomen dat zij over en weer medewerking verlenen aan de notariële levering van de woning.
Formulier adviseurswijziging
4.2.
Voor de financiering van de woning heeft de man zich gewend tot Obvion. Tussen partijen is niet in geschil dat Obvion verlangt dat de vrouw het formulier adviseurswissel medeondertekent. Dit betreft een formaliteit en de vrouw heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij door ondertekening van het formulier enig nadeel zal ondervinden. Ondanks meerdere verzoeken van de man heeft de vrouw dit geweigerd. Het standpunt van de vrouw dat de man op eigen kracht, dus zonder medewerking van de vrouw, de financiering op orde dient te maken zonder medewerking van de vrouw, kan niet worden gevolgd. Als ex-echtgenoten en deelgenoten in de ontbonden huwelijksgemeenschap dienen partijen zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van de redelijkheid en billijkheid. De vrouw kan daarom niet zonder goede reden haar medewerking aan de ondertekening van het formulier weigeren. De ondertekening is verder een kleine moeite, zodat, anders dan zij aanvoert, niet valt in te zien dat de vrouw daarvoor een tegenprestatie zou mogen bedingen.
4.3.
Dat de vrouw het niet eens is met de bindend vastgestelde taxatiewaarde en de wijze waarop de taxatieopdracht is gegeven, vormt geen geldige reden om haar medewerking aan de ondertekening van het formulier te weigeren. Indien de vrouw de taxatiewaarde te laag acht, ligt het op haar weg om daartegenop te komen. Door de ondertekening van het formulier om die reden te weigeren, maakt zij misbruik van bevoegdheid. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vrouw tegenover de man verplicht is om medewerking te verlenen aan de ondertekening van het formulier adviseurswissel.
Medewerking notariële levering
4.4.
Op grond van de Beschikking is de vrouw verplicht om medewerking te verlenen aan de notariële levering van de woning indien de man binnen de gestelde termijn heeft aangetoond dat hij in staat is om de woning tegen de getaxeerde waarde over te nemen met ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Gelet op de weigering van de vrouw om het formulier adviseurswissel te ondertekenen, acht de voorzieningenrechter de vrees van de man dat de vrouw ook niet zal meewerken aan de notariële levering gegrond.
4.5.
Dat de vrouw de getaxeerde waarde te laag vindt, vormt geen geldige reden om haar medewerking aan de levering te weigeren. De voorzieningenrechter licht dit als volgt toe. Partijen zijn overeengekomen dat de getaxeerde waarde tussen hen bindend is. Dit betekent dat de vrouw geen bezwaar kan maken tegen die waarde, tenzij er sprake is van zwaarwegende gebreken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de vrouw onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de taxatie gebrekkig is. Hoewel de taxatieopdracht door partijen gezamenlijk had moeten worden verstrekt en hoewel het – om onnodige discussie te voorkomen – beter was geweest als geen van partijen, dan wel beide partijen, bij de taxatie aanwezig waren geweest, maakt dat niet dat getwijfeld moet worden aan de getaxeerde waarde. In dit verband acht de voorzieningenrechter van belang dat het taxatierapport is gevalideerd door NWWI en dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat de woning tegen een andere waarde zou zijn getaxeerd indien de opdracht mede door de vrouw was gegeven of indien zij wel bij de taxatie aanwezig was geweest. Dit heeft de taxateur ook bevestigd in zijn e-mail van 20 oktober 2025. Indien de vrouw een en ander werkelijk zo bezwaarlijk vond, had ze deze bezwaren in een eerder stadium naar voren kunnen en moeten brengen. Hierbij merkt de voorzieningenrechter op dat de vrouw zelf niet heeft voldaan aan haar plicht om binnen de overeengekomen termijn een taxateur aan te wijzen.
4.6.
Ook het bezwaar van de vrouw dat bij de taxatie zou zijn uitgegaan van een verkeerd doel, is ongegrond. De taxateur heeft de woning getaxeerd tegen marktwaarde, dat is het geschatte bedrag waartegen de woning op een bepaalde datum zou worden overgedragen tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing, waarbij de partijen met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang zouden hebben gehandeld. Het maakt hierbij dus geen verschil of het doel van de taxatie is het verkrijgen van de verkoopwaarde dan wel de waarde voor het verkrijgen van hypothecaire financiering.
4.7.
Het feit dat de opbrengst bij verkoop in verband met overbiedingen mogelijk hoger is dan de getaxeerde waarde, maakt het voorgaande niet anders. Partijen zijn nu eenmaal overeengekomen dat de man de woning tegen de getaxeerde waarde mag overnemen. De vrouw kan daar niet eenzijdig op terugkomen. Verder geldt dat het ook voorkomt dat een woning onder de taxatiewaarde wordt verkocht, zodat de afspraak niet noodzakelijkerwijs nadelig is voor de vrouw.
4.8.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat er reden is om te twijfelen aan de taxatiewaarde. De door de vrouw aangeleverde informatie van huispedia.nl en haar eigen inschatting zijn daartoe onvoldoende. Zo heeft de vrouw niet weersproken dat bij de waardebepaling door huispedia.nl geen rekening is gehouden met de staat van onderhoud van de woning. De vrouw heeft ook niet weersproken dat dat er geen recente verkoopinformatie van vergelijkbare woningen in de omgeving beschikbaar is. Tot slot heeft de vrouw tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de woning ongeveer anderhalf jaar geleden getaxeerd is op € 400.000,00. De taxatiewaarde van € 450.000,00 lijkt daarmee in lijn.
De vorderingen
4.9.
Op grond van het voorgaande acht de voorzieningenrechter de vordering tot medewerking aan de ondertekening van het formulier adviseurswijziging en de notariële levering toewijsbaar. De termijn waarbinnen de vrouw haar medewerking moet verlenen aan de ondertekening van het formulier adviseurswijziging wordt bepaald op twee dagen na betekening van dit vonnis. De termijn waarbinnen de vrouw haar medewerking dient te verlenen aan het passeren van de notariële akte wordt bepaald op zeven dagen na het eerste verzoek daartoe van de notaris en/of de man.
4.10.
Gelet op de weigerachtige houding van de vrouw is de machtiging tot reële executie eveneens toewijsbaar. Aan deze machtiging tot reële executie wordt de voorwaarde verbonden dat de vrouw steeds eerst in de gelegenheid wordt gesteld haar medewerking te verlenen. Voor de ondertekening van het formulier adviseurswijziging bedraagt deze termijn twee dagen en voor de medewerking aan de notariële akte zeven dagen.
Proceskosten
4.11.
Hoewel het gebruikelijk is om de proceskosten in zaken tussen ex-echtgenoten te compenseren, ziet de voorzieningenrechter hier aanleiding voor een proceskosten-veroordeling. Door zonder goede reden haar medewerking te onthouden, heeft de vrouw de man onnodig op kosten gejaagd. De proceskosten van de man worden (inclusief nakosten) begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,45
- griffierecht
331,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.761,45
in reconventie
4.12.
Zoals is overwogen met betrekking tot de vordering in conventie, dient de vrouw mee te werken aan de toedeling van de woning aan de man. Dit betekent dat de man op dit moment niet verplicht is om mee te werken aan de verkoop van de woning aan een derde. Pas indien blijkt dat de man niet in staat is om de woning tegen de getaxeerde waarde over te nemen, is hij gehouden tot medewerking aan de verkoop van de woning. De vrouw heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit zou kunnen volgen dat de man in dat geval zijn medewerking zal weigeren. De reconventionele vordering tot medewerking aan de verkoop van de woning aan een derde wordt daarom, bij gebrek aan belang, afgewezen.
4.13.
Aangezien partijen ex-echtgenoten zijn, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
5.1.
veroordeelt de vrouw om onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan alle (rechts)handelingen die noodzakelijk zijn om de man in staat te stellen de woning en de daaraan verbonden hypothecaire geldlening over te nemen en de vrouw te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, een en ander conform de Beschikking, waaronder het op eerste verzoek ondertekenen van de benodigde formulieren en het verlijden en passeren van een notariële akte waarmee het aandeel van de vrouw in de woning aan de man wordt overgedragen, waarbij de vrouw:
binnen twee dagen na betekening van dit vonnis het formulier adviseurswijziging ondertekent;
binnen een week na het eerste verzoek van de man, dan wel de notaris medewerking verleent aan de overdracht van de woning aan de man;
5.2.
bepaalt dat indien de vrouw niet tijdig aan het bepaalde onder 5.1. voldoet, dit vonnis op de voet van het bepaalde in artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van het deel van het formulier adviseurswijziging of de notariële akte waaruit moet blijken van de wilsverklaring van de vrouw dat zij instemt met de overname van de hypothecaire geldlening door de man, het ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en de levering van de woning aan de man;
5.3.
veroordeelt de vrouw in de proceskosten van € 1.761,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de vrouw niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen van de vrouw af;
5.7.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.R. Glass en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2025.
WJ