In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die van 2019 tot 2025 met elkaar gehuwd zijn geweest. De man vordert dat de vrouw haar medewerking verleent aan de ondertekening van documenten die noodzakelijk zijn voor de overname van de echtelijke woning en de daaraan verbonden hypothecaire lening. De vrouw heeft geweigerd om het formulier voor adviseurswijziging te ondertekenen, omdat zij het niet eens is met de getaxeerde waarde van de woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in een eerdere beschikking zijn overeengekomen dat de man de woning kan overnemen tegen de getaxeerde waarde, en dat de vrouw verplicht is om haar medewerking te verlenen aan de notariële overdracht van de woning. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw zonder goede reden haar medewerking heeft onthouden en heeft haar veroordeeld om binnen twee dagen het formulier adviseurswijziging te ondertekenen en binnen een week medewerking te verlenen aan de overdracht van de woning. De vrouw is ook veroordeeld in de proceskosten van de man, die zijn begroot op € 1.761,45. In reconventie heeft de vrouw gevorderd dat de man medewerking verleent aan de verkoop van de woning aan een derde, maar deze vordering is afgewezen omdat de man momenteel niet verplicht is om mee te werken aan de verkoop.