ECLI:NL:RBDHA:2025:21414
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een aansluitende zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 21 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een aansluitende zorgmachtiging voor verplichte zorg, ingediend door de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1988, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de aanvraag beoordeeld naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 1 oktober 2025 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 oktober 2025 zijn zowel de betrokkene als haar advocaat en een psychiater gehoord. De betrokkene heeft aangegeven dat het beter met haar gaat en dat zij graag terug naar huis wil, met zorg in een ambulant kader. De advocaat heeft echter de afwijzing van het verzoek bepleit, onder verwijzing naar het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel. De psychiater heeft aangegeven dat er nog klinische behandeldoelen te behalen zijn en dat het nog te vroeg is voor een overdracht naar ambulante zorg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel zonder passende behandeling. De rechtbank heeft besloten om de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden toe te wijzen, met de mogelijkheid tot opname en andere vormen van verplichte zorg, en heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.