Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 november 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die asiel heeft aangevraagd, heeft tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 15 oktober 2025, houdt in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling wordt genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit niet meer nodig is. Dit is gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank in een vergelijkbare zaak (zaaknummer NL25.50301), waarin al op het beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.