ECLI:NL:RBDHA:2025:21480

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
C/09/649302 / FA RK 23-4335
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen na erkenning door de vader

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 november 2025, is het verzoek tot gezamenlijk gezag over de minderjarige kinderen toegewezen aan zowel de moeder als de vader. De vader, die sinds 2 augustus 2023 op een onbekend adres in het buitenland woont, had eerder toestemming gekregen van de rechtbank om de kinderen te erkennen, onder de voorwaarde dat de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap onherroepelijk zou zijn. Deze voorwaarde is inmiddels vervuld, aangezien er geen hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van 3 mei 2024, waardoor de beslissing tot gegrondverklaring in kracht van gewijsde is gegaan.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder geboorteakten van de minderjarige kinderen en F9 formulieren van de vader. De minderjarige kinderen zijn erkend op 10 oktober 2025, wat de basis vormt voor de beslissing tot gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de kinderen te verkrijgen, zoals eerder overwogen in de beschikking van 3 mei 2024, kan worden toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De beschikking is uitgesproken door mr. A.C. Olland, die tevens kinderrechter is, en is geregistreerd door mr. I.E. Moerkerk-van Kersbergen als griffier. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-4335
Zaaknummer: C/09/649302
Datum beschikking: 11 november 2025

Gezag

Beschikking op het op 9 juni 2023 ingekomen verzoek van:

[de man] ,

de man,
eerst wonende te [woonplaats] , volgens de Registratie Niet Ingezeten (RNI) sinds 2 augustus 2023 wonende op een onbekend adres in het buitenland;
advocaat mr. N. Çiçek te ‘s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft nogmaals kennis genomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • het bericht van 15 augustus 2024 van het gerechtshof Den Haag;
  • het F9 formulier van 27 december 2024 van de man;
  • het F9 formulier van 25 februari 2025 van de man;
  • de geboorteakten van de minderjarige kinderen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 te [geboorteplaats 1] en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2020 te [geboorteplaats 1] met latere vermelding betreffende gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap, ingekomen op 22 april 2025;
  • het F9 formulier van 15 mei 2025 van de man;
  • het F9 formulier van 26 augustus 2025 van de man;
  • het F9 formulier van 14 oktober 2025 met daarbij de akten van erkenning betreffende de minderjarige kinderen, van de man.

Beoordeling

Bij beschikking van 3 mei 2024 van deze rechtbank  voor zover relevant  is onder de voorwaarde dat de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van de minderjarige kinderen onherroepelijk is geworden, de man toestemming verleend, die de toestemming van de moeder vervangt, tot erkenning van de minderjarige kinderen. Gebleken is dat geen hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van 3 mei 2024 en dat de beslissing tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap in kracht van gewijsde is gegaan. Uit de overgelegde stukken blijkt verder dat de minderjarige kinderen op 10 oktober 2025 door de man zijn erkend. Dit betekent dat de rechtbank nu definitief op het verzoek tot gezamenlijk gezag kan beslissen. Het verzoek om de man ook met het gezag over de minderjarige kinderen te belasten zal worden toegewezen, zoals al overwogen in de beschikking van 3 mei 2024.
Beslissing
De rechtbank:
bepaalt dat voortaan aan [de moeder] , geboren op [geboortedatum 3] 1989 te [geboorteplaats 2] , [land] en [de man] , geboren op [geboortedatum 4] 1991 te [geboorteplaats 3] , [land] , gezamenlijk het gezag zal toekomen over de minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 te [geboorteplaats 1] ; en
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2020 te [geboorteplaats 1] ;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. I.E. Moerkerk-van Kersbergen als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 11 november 2025.