Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Turkse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De minister van Asiel en Migratie, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser had eerder in Zwitserland een verzoek tot internationale bescherming ingediend, wat door de Zwitserse autoriteiten was geaccepteerd. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij in Zwitserland onmenselijk is behandeld en dat hij geen effectieve bescherming genoot. Hij stelde dat hij psychisch instabiel is en dat zijn trauma's zijn verergerd door de behandeling in Zwitserland. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van systeemfouten in de asielprocedure in Zwitserland en dat de minister terecht had aangenomen dat Zwitserland zijn internationale verplichtingen nakomt. De rechtbank concludeerde dat het beroep kennelijk ongegrond was en verklaarde het beroep ongegrond zonder proceskostenveroordeling.