ECLI:NL:RBDHA:2025:21498

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
NL25.24283
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 12 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL25.24283. De voorzieningenrechter, mr. A.C.J. van Dooijeweert, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoekster, die in beroep was gegaan tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat haar asielaanvraag op 23 mei 2025 kennelijk ongegrond was verklaard. De verzoekster had de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL25.24282) die betrekking had op het beroep van de verzoekster. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet langer relevant. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.24283

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. Y.E. Verkouter),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 23 mei 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster kennelijk ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.24282, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 12 november 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.