ECLI:NL:RBDHA:2025:2152

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
NL24.44785 - NL24.44787
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen

Op 13 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken van verzoekers, die asiel aanvragen hebben ingediend. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.M. Polman, hebben tegen de besluiten van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, nadat hun asielaanvragen op 7 november 2024 niet-ontvankelijk waren verklaard. In het kader van deze procedure hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de uitspraak van dezelfde dag, met de zaaknummers NL24.44784 en NL24.44786, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.44785 en NL24.44787

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer: [V-nummer 1] , en

[verzoekster], verzoekster, V-nummer: [V-nummer 2] ,
mede namens hun minderjarige zoon
[minderjarige], V-nummer: [V-nummer 3] ,
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers (gemachtigde: mr. M.M. Polman),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluiten van 7 november 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [1] uitspraak
zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.44784 en NL24.44786, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 13 februari 2025 door mr. M.J. Schouw, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.