3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2025017047, van de politie eenheid Den Haag, district recherche Zoetermeer/Leidschendam-Voorburg, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 207).
1.
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 28 oktober 2025, voor zover inhoudende:
Ik was op 16 januari 2025 in Zoetermeer samen met [medeverdachte] . Wij reden samen vanuit [plaats 2] daar naar toe. Ik ben met [medeverdachte] meegelopen in de flat naar boven.Vervolgens kwam die man er aan.Voordat ik het wist had ik een taser in mijn handen en was er pepperspray. De taser werd door haar in mijn handen gedrukt.Voordat ik het wist gebeurde het. Ik hoorde ‘pats’. Zij stond bij de deur en pepperde vervolgens de man. Zij zei dat zij geld moest hebben van die man. Ik zei vervolgens tegen de man: “waar is het geld? Waar is het geld dat je moet betalen”. Die man gooide zijn laptop en tas met alles weg. Ik ben met haar vervolgens naar beneden gegaan. De tas met spullen heeft zij meegenomen. Later is er wat uit het raam van de auto op de terugweg gegooid. Ze moest die telefoons uit mijn auto gooien. Het kan kloppen dat [medeverdachte] en ik in die periode 9 lange belcontacten hebben gehad.
2.
Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , opgemaakt op 16 januari 2025, voor zover inhoudende (p. 52, 53):
Op 16 januari 2025 was ik in Zoetermeer omdat ik een afspraak had met een dame dat tot stand kwam via de website [website] . Ik had ongeveer een week contact met deze dame via Telegram voordat de afspraak plaatsvond. Omstreeks 19:45 uur kwam ik aan op de achtste etage van [straatnaam 1] , daar is nummer [huisnummer 1] . Ik stapte uit de lift en ik liep linksaf in de richting van de voordeur van nummer [huisnummer 1] . Terwijl ik daar naartoe onderweg was, zag ik dat er twee personen op de brandtrap. Ik zag dat het een man en een vrouw waren. Ik zag dat de man op de trap zat en de vrouw tegen de glazen deur aan stond. Toen ik dichtbij was hoorde ik een knetterend geluid dat ik herkende als een taser. Ik zag dat de twee personen op mij af stapten. Ik zag dat de man voorop liep, het gezicht van de vrouw heb ik nauwelijks tot niet gezien. Ik voelde meteen een heftig brandend gevoel op mijn gezicht en in mijn ogen. Vanwege de plek waar ik in mijn gezicht geraakt werd, vermoedde ik dat de vrouw iets in mijn ogen sprayde. Ik kon met mijn rechteroog niets meer zien. Mijn linkeroog had nog wel zicht. Ik zag dat de man een zwarte taser in, ik denk, zijn rechterhand vasthield. Ik hoorde ook nog steeds het knetterende geluid. Ik zag geen vonken. Ik hoorde dat de man met luide stem tegen mij zei: "waar is het geld?" Ik antwoordde dat ik geen geld had en gooide in plaats daarvan mijn tas richting de lift. De tas was een leren cognackleurige laptoptas van het merk Berba. In deze tas zat mijn laptop, oplader, een paar poststukken, mijn Raboscanner en pinpas. Ik zei "hier heb je mijn spullen", ik deed ook mijn horloge af en gaf deze aan de man. Ik zei: "neem deze maar". Ik zag dat de man en de vrouw richting de lift gingen en aanstalten maakten om weg te gaan. Ik zag dat de man nog naar mijn broekzakken keek. In mijn broekzakken zaten mijn telefoons. Ik hoorde de man zeggen: "hier die telefoons". Ik gooide twee telefoons in de richting van de
muur. Dit betroffen beide iPhones, een zwarte en een witte. De zwarte iPhone is mijn zakelijke telefoon, de witte iPhone is mijn privételefoon. Ik hoorde dat de man tegen de vrouw zei dat zij mijn telefoons moest pakken en ik hoorde dat zij daarop antwoordde. Ik hoorde aan de stem dat het geen mannenstem was en daardoor weet ik zeker dat het een vrouw was.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 januari 2025, voor zover inhoudende (p. 59):
Op donderdag 16 januari 2025 kreeg ik verbalisant een verzoek van de meldkamer om te gaan naar de [straatnaam 2] in Zoetermeer. Hier zou iemand bestolen zijn. Hierbij zouden pepperspray en een taser gebruikt zijn. Ik hoorde van collega's dat dit op de achtste etage had plaatsgevonden. Ter plaatse heb ik op de achtste etage van het flatgebouw een buurtonderzoek uitgevoerd. Toen ik de lift uitstapte op de achtste etage rook ik een penetrante lucht. Ik voelde dat dit naarmate ik meer praatte op mijn keel sloeg. De combinatie hiervan is mij ambtshalve bekend als pepperspray. Ik zag in de hoek van de etage, voor de deuren van nummer [huisnummer 2] en nummer [huisnummer 3] , dat er een oranje vloeistof op de grond lag. Ik zag dat er druppels en nevel van deze vloeistof op de grond lagen. Het is mij ambtshalve bekend dat pepperspray er zo uitziet. Tijdens het buurtonderzoek kreeg ik camerabeelden van de ring-deurbel van nummer [huisnummer 4] te zien. Op de beelden zag ik dat er in eerste twee donker geklede personen naar de hoek ter hoogte van nummer [huisnummer 2] liepen. Ik zag dat deze personen zich achter een muurtje verscholen. Dit is ook de plek waar ik later de druppels en nevel zag. Op het volgende filmpje zag ik nog een man die kant oplopen nadat ik hem zoekend om zich heen zag kijken. Op het laatste filmpje zag ik dat de twee donker geklede mannen met een laptoptas uit de hoek in de lift stapte. Ik zag dat de man van het tweede filmpje hierna richting de camera liep. Hier leunde hij tegen een muur en wreef hij door zijn ogen. Ik hoorde dat hij hierbij kreunde van de pijn.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 januari 2025, voor zover inhoudende (p. 110):
Op 16 januari 2025 heeft er een diefstal met geweld plaats gevonden op de [straatnaam 2] ter hoogte van [huisnummer 1] te Zoetermeer. Slachtoffer had een afspraak met een meisje welke hij kende onder de naam [naam 1] . Dit contact verliep via de site [website] , [naam 1] maakte gebruikt van het account “ [accountnaam] ". Later is dit contact verder gegaan via Telegram alwaar ook de afspraak tot stand is gekomen.
In de telefoon komt een gesprek naar voren waaruit blijkt dat hier de afspraak op de [adres 3] te Zoetermeer tot stand is gekomen. Dit gesprek heeft plaats gevonden via Telegram. De gesprekdeelnemers zijn: [account 1] (Verdachte). [account 2] (Aangever).
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 mei 2025, voor zover inhoudende (p. 149):
[naam 1] maakte gebruik van het account " [accountnaam] ".
Op 17 januari 2025 werden alle ingevoerde accountgegevens door de gebruiker van het profiel “ [accountnaam] " gevorderd. Uit de gevorderde gegevens bleek dat de gebruiker van het account “ [accountnaam] " van de volgende IP-adressen gebruik had gemaakt.
[IP-adres]
Het IP-adres beginnend met 2001 bleek gekoppeld te zijn aan [getuige] wonende aan de [adres 4] te [plaats 2] .
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , opgemaakt op 25 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 151, 152):
V: Waar woon je op dit moment? A: [plaats 2] , [adres 4] .
V: Met wie woon je daar? A: Ik woon daar alleen.
Ik heb iemand op het oog die misschien iets te maken heeft met een sugardaddy verhaal. Zij is ooit een keer bij mij geweest.
V: Wat deed je die dag? A: Ik was 10 januari jarig, maar ik denk dat ik 16 januari gewoon in [plaats 2] .
V: En 10 januari, wat kan je daarover vertellen? A: Ik was toen gewoon thuis. Alleen mijn zusjes zijn toen over de vloer geweest. [naam 2] en [medeverdachte] .
V: Je zei net dat je geen account hebt op deze site, echter is het account wat gebruikt werd bij de beroving aangemaakt via jou IP-adres. Hoe kan dat? Dit was op 10 januari 2025 om 18:41 uur. Doe onderzoek naar mij of [medeverdachte] .
V: Wat is [medeverdachte] haar volledige naam? A: [medeverdachte] .
7.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 maart 2025, voor zover inhoudende (p. 155, 156):
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
Gezien bovenstaande feiten / omstandigheden is op te merken dat de persoon achter het account ' [accountnaam] ' veel overeenkomsten heeft met [medeverdachte] .
8.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 juli 2025, voor zover inhoudende (p. 191, 192, 193)
Uit onderzoek naar verdachte [verdachte] bleek dat hij op 9 juni 2025 in Breda op heterdaad was aangehouden. Hierbij werd zijn telefoon, een zwart kleurige Samsung, in beslag genomen en de data veiliggesteld. Ik deed onderzoek naar de, op 9 juni 2025 in beslag genomen telefoon, de zwarte Samsung met SIN-nummer [sin-nummer] , van [verdachte] .
Samengevat bleek uit het onderzoek naar de data uit de telefoon van [verdachte] :
- Dat [verdachte] het contact “ [contact 1] ”, te weten [medeverdachte] , in zijn telefoon had staan;
- Dat er op 16 januari 2025 dertien pogingen, dan wel daadwerkelijke gesprekken, hadden plaatsgevonden tussen [verdachte] en [medeverdachte] ;
- Dat er, in vergelijking tot andere momenten, op 16 januari 2025 langere gesprekken plaats vonden tussen [verdachte] en [medeverdachte] ;
- Dat [verdachte] ten tijde van het incident videobelde met het contact “ [contact 2] ” met
telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
- Dat er op enig moment met behulp van de navigatie functie in de applicatie Flitsmeister genavigeerd is naar [straatnaam 2] , Zoetermeer.
9.
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] , opgemaakt op 30 juli 2025, voor zover inhoudende (p. 201)
Ik heb het account gemaakt.
V: We hebben jou de chatberichten voorgehouden, in het vorige verhoor, via Telegram. Hoe is dat contact gegaan? A: Dat heeft [verdachte] gedaan.
V: Uiteindelijk wordt er natuurlijk een afspraak gemaakt met de aangever. Hoe is dat dan gegaan? A. Hij nam mij mee naar een plek in Zoetermeer. Het voelde niet goed ofzo. Hij haalde mij op. Het was in Zoetermeer. Hij had ook allemaal dingen in zijn zakken zitten. Een zwart stroomding. Hij zei dat ik mijn capuchon op doen en moest mee lopen. Toen gebeurde dat op die etage. Toen kwam er een man aan. [verdachte] ging schreeuwen. Hij was spullen aan het pakken van die man. Hij zei tegen mij ‘pak die tas.’ Hij had die man bedreigd, denk ik. Met dat stroomding. Toen had hij die tas en nog wat spullen. Telefoons en zo. Die had hij in die tas gedaan.