Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 november 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Jordaanse nationaliteit, heeft op 25 mei 2023 een asielaanvraag ingediend, waarin hij vrees voor eerwraak aanvoert. Eiser stelt dat hij in 2016 een relatie heeft gehad met een getrouwde vrouw, wat leidde tot mishandeling door haar broer. Ondanks eerdere incidenten en een aanval op zijn ouderlijk huis, oordeelt de rechtbank dat de vrees voor vervolging niet voldoende onderbouwd is. De rechtbank volgt het standpunt van de minister van Asiel en Migratie, die de aanvraag als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Jordanië te vrezen heeft voor mishandeling of moord door de familie van de vrouw. De rechtbank wijst erop dat eiser eerder in Jordanië heeft verbleven zonder verdere problemen en dat hij niet tijdig asiel heeft aangevraagd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.