ECLI:NL:RBDHA:2025:21953
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit door het Uwv
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 november 2025, met zaaknummer SGR 25/2482, wordt het beroep van de staatssecretaris van Defensie tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) behandeld. De staatssecretaris had op 13 februari 2024 een verzoek ingediend om de mate van arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werknemer te herbeoordelen. Omdat het Uwv niet binnen de wettelijke termijn op dit verzoek had gereageerd, heeft de staatssecretaris op 23 april 2024 een ingebrekestelling verstuurd. Het Uwv bevestigde de ontvangst van deze ingebrekestelling op 25 april 2024 en gaf op 25 juni 2024 een dwangsombeschikking af.
Echter, de staatssecretaris heeft pas op 25 maart 2025 beroep ingesteld, bijna een jaar na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat het beroepschrift onredelijk laat is ingediend, omdat er geen actie is ondernomen tussen de ingebrekestelling en het indienen van het beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.