Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
De moeder heeft het afgelopen jaar met de hulpverlening gewerkt aan de gestelde doelen. De moeder heeft voldoende en gezond eten voor de kinderen in huis. Het huis is opgeruimd en schoongemaakt. De kinderen is met pictogrammen duidelijk gemaakt dat zij afval moeten weggooien. De kinderen komen minder te laat op school. De moeder heeft een neurologische disharmonie, waardoor zij wel dingen kan plannen maar vervolgens niet altijd kan uitvoeren. VUHP en de moeder hebben met behulp van GGZ Reflection gekeken hoe de moeder het beste kan plannen en ook tijd voor zichzelf overhoudt. Het afgelopen jaar hebben VUHP, GGZ Reflection en de zus van de moeder, de moeder ondersteund en geholpen in het brengen van ritme, structuur en begrenzing van de kinderen. De moeder heeft wekelijkse gesprekken met HouVast over hoe het gaat en waar zij hulp bij nodig heeft. De ontwikkelingsbedreigingen zijn nog niet volledig weggenomen. Het komende jaar wil de gecertificeerde instelling de kinderen aanmelden voor diagnostiek en voor hulpverlening met betrekking tot hun emotieregulatie. Ook moet er worden gezocht naar een passende behandelgroep voor [minderjarige 4] . Daarnaast moet worden gekeken welke rol de (stief)vader in het leven kan spelen van de kinderen op een manier die niet schadelijk voor hen is.
4.Het standpunt van de belanghebbende
5.De beoordeling
De komende periode zal de (stief)vader waarschijnlijk uit detentie komen. Gelet op de gebeurtenissen uit het verleden is de verwachting dat dit druk op de opvoedsituatie bij de moeder zal leggen. Het is noodzakelijk dat de jeugdbeschermer naast de moeder kan blijven staan en haar en de kinderen ondersteunt waar dat nodig is. In de loop van het komend jaar zal de jeugdbeschermer ook, in samenwerking en overleg met de moeder, moeten onderzoeken hoe de omgang tussen de (stief)vader en de kinderen het beste zal kunnen worden vormgegeven.
6.De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.