ECLI:NL:RBDHA:2025:22140
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 september 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F.S. Boedhoe, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. S.H.M. Maas, afgewezen bij besluit van 1 juli 2025. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 12 september 2025, waar zowel de verzoeker als de minister vertegenwoordigd waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels een uitspraak was gedaan in de hoofdzaak (zaaknummer NL25.30160), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op dezelfde dag, 12 september 2025, door mr. P. Lenstra, in aanwezigheid van griffier mr. M.M. Tank. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.