Op 13 november 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2014. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van de minderjarige, die momenteel bij zijn stiefvader verblijft, verlengd moet worden voor de duur van een jaar, tot 24 november 2026. Dit besluit is genomen na een zitting met gesloten deuren, waarbij de ouders, de stiefvader en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkelingen in de omgang tussen de vader en de minderjarige in overweging genomen, evenals de instemming van de moeder en de stiefvader met de verlenging van de ondertoezichtstelling.
De kinderrechter heeft ook de verzoeken van de gecertificeerde instelling om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen en om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, ingewilligd. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de stabiliteit van de minderjarige bij de stiefvader wordt voortgezet en dat de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling noodzakelijk is om het contact tussen de ouders en de minderjarige te monitoren. De ouders hebben goede afspraken gemaakt over de contactmomenten met de minderjarige, waarbij de wensen van de minderjarige leidend zijn. De kinderrechter heeft de betrokkenen geprezen voor hun inzet en samenwerking in het belang van de minderjarige.