Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2025 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk, verweerder
Vega Boerderij Groene Hart Coöperatie U.A.uit Bodegraven, vergunninghouder
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar tegen een verleende omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is verleend voor het tijdelijk plaatsen van een bouwkeet en twee tunnelkassen, en voor het scheuren van grasland op de locatie [adres 1] in [plaats]. Verweerder heeft de omgevingsvergunning met het besluit van 19 december 2023 verleend voor de duur van maximaal vijf jaar. Met het bestreden besluit van 16 april 2024 heeft verweerder de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk verklaard, in navolging van het advies van de bezwaarschriftencommissie. Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 januari 2025, waarbij eisers zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigde en eiser [eiser] in persoon is verschenen.
De rechtbank beoordeelt of verweerder het bezwaar van eisers terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Verweerder stelt dat eisers niet als belanghebbenden kwalificeren, omdat zij geen gevolgen van enige betekenis ondervinden van de voorziene bouwwerken. Eiseres, een bouwbedrijf, en eiser, die op het perceel van eiseres woont, betogen dat hun woon- en leefklimaat wordt beïnvloed door de tunnelkassen. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen belanghebbende is, omdat haar bedrijfsvoering niet rechtstreeks wordt beïnvloed door de activiteiten die de omgevingsvergunning toestaat. Eiser daarentegen heeft recht op het voordeel van de twijfel, omdat hij zicht heeft op de tunnelkassen en de activiteiten die daar plaatsvinden mogelijk invloed hebben op zijn woon- en leefklimaat.
De rechtbank concludeert dat het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk is verklaard, maar dat het beroep van eiser gegrond is. Het bestreden besluit wordt vernietigd voor zover eiser niet als belanghebbende is aangemerkt. Verweerder moet alsnog inhoudelijk op het bezwaarschrift van eiser beslissen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser.