ECLI:NL:RBDHA:2025:22382

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
27 november 2025
Zaaknummer
NL25.28510
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag, niet-ontvankelijkheid wegens reeds genomen besluit

In deze zaak heeft eiser, een asielzoeker, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser diende zijn asielaanvraag in op 21 juli 2023 en heeft verweerder, de minister van Asiel en Migratie, op 21 oktober 2024 in gebreke gesteld. Echter, op 14 maart 2025 heeft verweerder alsnog beslist op de asielaanvraag van eiser, waarbij de aanvraag buiten behandeling is gesteld. Eiser heeft vervolgens op 27 juni 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat voor een ontvankelijk beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit vereist is dat er nog geen besluit is genomen op het moment van het instellen van beroep. In dit geval was er echter al een besluit genomen door verweerder voordat eiser zijn beroep indiende. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de wettelijke eisen voor ontvankelijkheid. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.

Daarnaast heeft de rechtbank geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.E.J.M. Gielen, rechter, en is bekendgemaakt op 1 december 2025. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28510
[V-Nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. D. Aygur),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag.
Verweerder heeft de gelegenheid van verweer gehad.
De rechtbank doet uitspraak zonder een zitting te houden. [1]

Overwegingen

1. Eiser heeft op 21 juli 2023 een asielaanvraag ingediend. Eiser heeft verweerder op 21 oktober 2024 in gebreke gesteld, waarna hij op 27 juni 2025 in beroep is gegaan wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag. Verweerder heeft op 14 maart 2025 (alsnog) beslist op de asielaanvraag van eiser.
2. Voor een ontvankelijk beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is vereist dat er nog geen besluit is genomen ten tijde van het instellen van beroep. [2] In dit geval heeft eiser een beroep tegen niet tijdig beslissen ingediend nadat verweerder al op de asielaanvraag had beslist. Het onderhavige beroep is op 27 juni 2025 ingediend, terwijl verweerder reeds op 14 maart 2025 de asielaanvraag van eiser buiten behandeling heeft gesteld. Omdat er al een besluit was genomen voordat er beroep werd ingesteld, voldoet het beroep niet aan de eisen die de wet stelt aan een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep van eiser daarom niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E.J.M. Gielen, rechter, in aanwezigheid van
mr. S. Özçelik, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 6:12, tweede lid, onder a van de Awb.