In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 17 augustus 2023 behandeld. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft op 8 januari 2025 een eerste beroep ingediend tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag, gevolgd door een tweede beroep op 30 januari 2025. De rechtbank moet ambtshalve beoordelen of eiser procesbelang heeft bij de beoordeling van zijn tweede beroep. De rechtbank concludeert dat dit procesbelang ontbreekt, omdat eiser met het tweede beroep niet meer kan bereiken dan met het eerste beroep beoogd was. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van J. Yedema, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.