Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
Procesverloop
Standpunten ter zitting
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek.
Rechtbank Den Haag
Op 31 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een minderjarige cliënt, geboren in 2008. Het verzoek tot machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 28 oktober 2025, naar aanleiding van een acute crisissituatie. De cliënt, die lijdt aan een verstandelijke beperking en gedragsstoornissen, verblijft momenteel in een zorginstelling, maar is niet in staat om zich te laten horen tijdens de zitting vanwege zijn toestand. De advocaat van de cliënt heeft aangegeven dat de huidige accommodatie niet de juiste zorg biedt en dat er gezocht moet worden naar een meer passende woonvorm.
Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2025 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat, de behandelcoördinator en de arts. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt en zijn omgeving, wat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk maakt. De rechtbank oordeelt dat de huidige thuissituatie niet veilig is en dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn. De machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 12 december 2025. De beschikking is gegeven door rechter M.A. Schueler, bijgestaan door griffier L. Ammerlaan-Arkenbout, en is uitgesproken ter openbare zitting.