Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser/verzoeker, hierna: eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
Ter zitting heeft verweerder verwezen naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 18 april 2024, waarin de Afdeling oordeelt dat het sturen van een enkele e-mail naar de ambassade onvoldoende is om aan de inspanningsverplichting te voldoen. [1] In die zaak was de vreemdeling ook gedetineerd, net als eiser. Ook heeft verweerder verwezen naar een uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 24 december 2024, waarin positief is meegewogen dat de vreemdeling bij de ambassade een afspraak had gemaakt om te worden gepresenteerd. [2] Eiser heeft dit niet geprobeerd.
22 november 2024 heeft hij gerappelleerd. Het bestreden besluit is genomen op
23 november 2024. Ter zitting heeft de gemachtigde laten weten dat hij in december de ambassade heeft gebeld, maar dat hij niet verder kwam dan de receptie. Hij heeft nog steeds geen reactie op zijn verzoek ontvangen. Daarnaast heeft eiser op 17 november 2024 kopieën van zijn Kameroense paspoort en identiteitskaart overgelegd, alsmede foto’s van zijn universiteitscertificaten. Ook heeft eiser verwezen naar zijn sociale media-accounts. Op
6 december 2024 heeft de gemachtigde van eiser de originele Kameroense identiteitsdocumenten ontvangen. Daarbij zit een originele Kameroense nationaliteitsverklaring, die van latere datum is dan de datum waarop het paspoort van de CAR is afgegeven. Deze documenten heeft hij op 19 december 2024 opgestuurd naar Bureau Documenten om te laten onderzoeken op echtheid. Ter zitting is gebleken dat Bureau Documenten de documenten in behandeling heeft genomen, maar dat de uitslag nog niet bekend is.