ECLI:NL:RBDHA:2025:23009
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en zijn moeder in het kader van het recht op familieleven
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Bulgaarse man met psychische en medische klachten, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister waarin werd vastgesteld dat hij geen rechtmatig verblijf had als gemeenschapsonderdaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en zijn moeder, die hem dagelijks ondersteunt en voor wie hij ook als mantelzorger fungeert. De rechtbank concludeert dat de minister ten onrechte geen familieleven in de zin van artikel 8 van het EVRM heeft aangenomen en dat het bestreden besluit in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook het jongvolwassenenbeleid in acht moet worden genomen. Eiser krijgt recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.