Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 december 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring die op 1 oktober 2025 aan de eiser was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De eiser, die de Algerijnse nationaliteit heeft en geboren is in 1998, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 4 december 2025 is gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot 15 oktober 2025 rechtmatig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet heeft kunnen betogen dat de minister sinds die datum onvoldoende voortvarend heeft gehandeld met betrekking tot de uitzetting. Eiser heeft zich daarom gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen gronden zijn voor het oordeel dat het voortduren van de bewaring onrechtmatig was en heeft het beroep ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.