Deze uitspraak betreft de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een man van Gambiaanse nationaliteit, die stelt homoseksueel te zijn. Eiser heeft eerder twee asielaanvragen ingediend, die beide zijn afgewezen. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de derde aanvraag, die door de minister als kennelijk ongegrond is bestempeld. Eiser voert aan dat zijn homoseksualiteit is ontstaan door misbruik in Moskou, maar de rechtbank oordeelt dat de minister deze verklaringen niet hoeft te volgen, omdat ze eerder ongeloofwaardig zijn geacht. De rechtbank concludeert dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn homoseksuele geaardheid en dat zijn verklaringen inconsistent zijn. De rechtbank wijst erop dat eiser in Nederland sinds 2017 is en dat hij in die tijd meer had moeten kunnen verklaren over zijn seksuele ontwikkeling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.