ECLI:NL:RBDHA:2025:23054

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 december 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
NL25.28579
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

Op 4 december 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak. Verzoeker, die niet bij naam is genoemd, heeft op 27 juni 2025 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 23 juni 2025 was genomen. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL25.28578. Tegelijkertijd heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

In de uitspraak van heden is het samenhangende beroep ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, op basis van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, aangezien het beroep met zaaknummer NL25.28578 ongegrond is verklaard, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.

Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28579

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.R. Hagenaars)
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. Ö. Sari).

Procesverloop

1. Bij beroepschrift van 27 juni 2025 heeft verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van de minister van 23 juni 2025. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL25.28578.
2. Bij verzoekschrift van 27 juni 2025 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.
3. Bij uitspraak van heden is het samenhangende beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

4. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld , op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
5. Aangezien het beroep met zaaknummer NL25.28578 bij uitspraak van heden ongegrond is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
6. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient om die reden te worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.