ECLI:NL:RBDHA:2025:2311

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 februari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
22/7877
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overlijden eiser zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De eiser, die in leven laatstelijk woonachtig was in [woonplaats], had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvraag op 17 juni 2022 afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn bezwaar.

Helaas is de eiser op 5 april 2023 overleden, en er zijn geen erfgenamen of andere belanghebbenden die zich hebben gemeld om de procedure voort te zetten. De rechtbank heeft op 29 januari 2025 een oproep in de Staatscourant geplaatst om erfgenamen te vragen zich te melden, maar niemand heeft gereageerd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen processueel belang meer is om het beroep te beoordelen, aangezien er geen erfgenamen zijn die de procedure willen voortzetten. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/7877

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 februari 2025 in de zaak tussen

wijlen [eiser], in leven laatstelijk gewoond hebbende in [woonplaats], eiser
en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, het college

(gemachtigde: J. Ameziane).

Inleiding

1. Bij het primaire besluit van 17 juni 2022 heeft het college de aanvraag van eiser van 1 mei 2022 om een uitkering op grond van de Participatiewet afgewezen.
1.1.
Eiser heeft op 13 juli 2022 bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.
1.2.
Op 6 november 2022 heeft eiser het college in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar.
1.3.
Eiser heeft op 6 december 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op het bewaar tegen het primaire besluit.
1.4.
Bij besluit van 5 december 2022 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
1.5.
Bij besluit van 16 december 2022 heeft het college een dwangsom van € 392,- toegekend aan eiser.
1.6.
Bij brief van 17 januari 2023 heeft eiser de rechtbank meegedeeld dat hij het beroep wenst voort te zetten tegen het bestreden besluit.
1.7.
Bij brief van 25 juli 2024 heeft het college de rechtbank in kennis gesteld dat eiser op 5 april 2023 is overleden.
1.8.
De rechtbank heeft op 29 januari 2025 een oproep in de Staatscourant (nr. 3956) geplaatst waarin zij erfgenamen vraagt zich te melden uiterlijk 14 februari 2025. Niemand heeft zich gemeld.

Beoordeling door de rechtbank

2. Niet is gebleken van erfgenamen die belanghebbende als partij in deze procedure zijn opgevolgd en de procedures zouden willen voortzetten. Dit betekent dat er geen processueel belang meer is om het beroep te beoordelen. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Paridon, rechter, in aanwezigheid van mr. H.J. Verspuij-Fung, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.