ECLI:NL:RBDHA:2025:2332

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
NL24.41833
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Somaliër afgewezen door minister, rechtbank verklaart beroep gegrond

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 10 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Somalische nationaliteit, diende op 14 februari 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 18 oktober 2024 werd afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en de minister aanwezig waren.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag niet in stand blijft. Eiser heeft een geloofwaardig asielrelaas gepresenteerd, waarin hij beschrijft dat hij problemen heeft ondervonden met Al-Shabaab en discriminatie vanwege zijn afkomst. De minister had echter onvoldoende gemotiveerd waarom eiser bij terugkeer naar Somalië geen reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank oordeelt dat de minister niet adequaat is ingegaan op de overgelegde informatie en dat het besluit niet zorgvuldig is genomen.

De rechtbank draagt de minister op om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank de minister tot betaling van proceskosten aan de rechtsbijstandverlener van eiser, vastgesteld op € 1814,-. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.41833

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 februari 2025 in de zaak tussen

[eiser], v-nummer: [nummer], eiser

(gemachtigde: mr. P.M. van der Roest),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. A.N. Lammers).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Hij heeft op 14 februari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 18 oktober 2024 deze aanvraag in de asielprocedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Dat betekent dat eiser gelijk krijgt en de afwijzing van zijn asielaanvraag niet in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
3. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser heeft de Somalische nationaliteit, is geboren op [geboortedatum] 2005 en komt uit [plaats 1]. Op de Koranschool kwamen leden van Al-Shabaab langs om jongeren te rekruteren. Leden van Al-Shabaab kwamen de volgende dag eisers huis binnenvallen en hebben de vader van eiser mishandeld. Al-Shabaab heeft eiser vervolgens geblinddoekt en meegenomen naar een onbekende plek. Na drie dagen is eiser ontsnapt. Terwijl hij op de vlucht was is hij een man tegengekomen, met wie eiser mee naar huis ging. Met deze man is eiser vervolgens gevlucht naar Mogadishu en vanuit daar is hij naar Europa gegaan. Daarnaast heeft eiser discriminatie ervaren in Somalië, wegens de afkomst van zijn moeder. Zij behoorde tot een stam die in Somalië als de laagste wordt beschouwd.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
1. De identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser;
2. Eiser heeft problemen met Al Shabaab ondervonden;
3. Eiser ervaart problemen vanwege discriminatie in Somalië.
De minister vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig. Ook zijn eisers problemen met Al Shabaab, na de zienswijze, geloofwaardig geacht. Tot slot is de discriminatie die eiser heeft ervaren in Somalië ook geloofwaardig geacht. Ondanks dat het asielrelaas van eiser geloofwaardig is geacht heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Somalië een reëel risico loopt op ernstige schade. De minister concludeert daarom dat de asielaanvraag van eiser ongegrond is op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a en b, Vw 2000.
Mocht de minister het asielrelaas van eiser onvoldoende zwaarwegend achten?
5. Eiser voert aan dat de minister ten onrechte heeft gesteld dat eiser bij terugkeer naar Somalië geen reëel risico loopt op ernstige schade. De minister is volgens eiser onvoldoende ingegaan op de overgelegde bronnen. Al Shabaab is namelijk aanwezig in het landelijke gedeelte van de provincie Hiiraan, het gebied waar eiser woont in het dorp [plaats 1]. Dat Al-Shabaab daar aanwezig is volgt mede uit een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van 4 december 2024 over de veiligheidssituatie in Hiiraan. [1] Uit het Algemeen Ambtsbericht Somalië van juni 2023 [2] volgt ook dat er hevige gevechten plaatsvonden tussen de coalitieroepen en Al Shabaab na eind 2022. De European Union Agency for Asylum [3] (EUAA) gaf aan dat leden van Al Shabaab sinds de inname van delen van Hiiraan in het najaar van 2022 aanwezig waren in gebieden en zij aanvallen op coalitietroepen uitvoerden. Verder benadrukt eiser dat hij geen familie meer heeft in Somalië, zijn vader is namelijk spoorloos en zijn moeder is weggelopen. Daarbij komt dat eiser kan worden gezien als deserteur van Al Shabaab gelet op zijn vlucht uit een opleidingskamp.
5.1.
De minister stelt zich op het standpunt dat alhoewel eisers asielrelaas geloofwaardig is, hij bij terugkeer naar Somalië geen reëel risico loopt op vervolging en/of ernstige schade. Hiertoe stelt de minister het volgende. Eiser komt uit de provincie Hiiraan waar de overheidstroepen sinds eind 2022 de macht weer hebben overgenomen. [4] Op de overzichtskaart uit het Algemeen ambtsbericht valt te zien dat eisers woonplaats en de weg ernaar toe is aangewezen als ‘mixed, unclear and/or local control’. [5] Op de zitting benadrukt de minister dat het in dit geval van belang is dat de woonplaats van eiser niet onder controle staat van Al-Shabaab maar van de overheid. Dat in dat gebied aanvallen of gevechten plaatsvinden, doet daaraan niet af en betekent niet dat er per definitie sprake is van gegronde vrees. Verder is eiser niet op de hoogte van de huidige stand van zaken over wat er met zijn vader is gebeurd, wat volgens de minister betekent dat hij geen gegronde vrees heeft. Tot slot stelt de minister dat er weinig gedwongen rekrutering voorkomt, [6] vindt rekrutering veelal plaats via subclans en gaat het om aantallen en niet de persoon, zoals eiser heeft verklaard. [7] Deze informatie is niet in lijn met hetgeen eiser heeft verklaard.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister ondeugdelijk gemotiveerd waarom in het geval van eiser er geen sprake is van gegronde vrees voor vervolging of ernstige schade. De minister is namelijk onvoldoende ingegaan op de door eiser overgelegde informatie. Tussen partijen staat niet ter discussie dat eiser afkomstig is uit [plaats 1] in de provinvie Hiiraan. Uit de informatie uit het Algemeen Ambtsbericht Somalië volgt dat nadat Al-Shabaab in december 2022 uit de meeste steden en districten van de regio was verdreven, er nog met enige regelmaat schermutselingen plaats vonden in landelijke gebieden en kleinere plaatsen in de regio, waarbij veel burgerslachtoffers vielen. [8] Uit de kaart die is opgenomen in de brief van Vluchtelingenwerk Nederland is te zien dat de controlesituatie in de regio Hiiraan op dat moment (november 2023) gemixt was. Sommige delen worden aangemerkt als controlegebieden van Al-Shabaab, andere delen zijn betwiste gebieden. [9] De rechtbank stelt vast dat de minister de juistheid van de door eiser overgelegde bronnen niet heeft betwist. Uit deze bronnen volgt dat niet vastgesteld kan worden dat de woonplaats van eiser en de weg daarnaar toe onder volledige controle staan van de Somalische overheid. Zoals de minister zelf vermeldt in het besluit volgt immers uit het Algemeen ambtsbericht dat eisers woonplaats en de weg ernaar toe is aangewezen als ‘mixed, unclear and/or local control’. [10] Gelet daarop valt niet in te zien dat de minister ter zitting stelt dat de regio waar eiser vandaan komt niet onder controle staat van Al-Shabaab.
5.3.
De minister heeft onvoldoende gemotiveerd dat, ondanks dat niet gesproken kan worden van volledige controle door de Somalische overheid, eiser geen gegronde vrees heeft voor vervolging. Er is immers geloofwaardig geacht dat eiser problemen heeft ondervonden met Al-Shabaab. Ook is niet door de minister gemotiveerd waarom ondanks bovengenoemde schermutselingen geen risico bestaat voor eiser voor ernstige schade. Het enkele standpunt dat sinds eind 2022 de regio Hiiraan weer onder controle staat van de overheidstroepen en het gebied Hiiraan onder gemengde controle staat, is onvoldoende om te kunnen stellen dat eiser geen gegronde vrees heeft voor vervolging. De minister is hiermee namelijk niet ingegaan op het gehele beeld dat uit de openbare bronnen volgt in combinatie met het geloofwaardig geachte asielrelaas. Het besluit is gelet op bovenstaande niet zorgvuldig genomen. De beroepsgrond slaagt.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is gegrond. Dat betekent dat eiser gelijk krijgt. Het bestreden besluit is in strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel, zoals neergelegd in de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank zal de minister dan ook opdragen een nieuw besluit op de asielaanvraag van eiser te nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.
6.1.
Omdat het beroep gegrond is veroordeelt de rechtbank de minister in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1814,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1,0).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 18 oktober 2024;
- draagt de minister op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1814,- aan proceskosten aan de rechtsbijstandverlener van eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Bruins, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El-Amrani, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Eiser verwijst specifiek naar bijlage 7 op pagina 18, het dorp [plaats 1] ligt naast de plaats [plaats 2].
2.Algemeen Ambtsbericht Somalië Juni 2023, pagina 24.
3.EUAA, COI Query; Somalia; Security situation update, pagina’s 8-9, 25 april 2023.
4.Algemeen Ambtsbericht Somalië Juni 2023, pagina 24.
5.Algemeen Ambtsbericht Somalië, bijlage 7 of pagina 91.
6.Algemeen Ambtsbericht Somalië, juni 2023, pagina 33.
7.Algemeen Ambtsbericht Somalië, juni 2023, pagina 36.
8.Algemeen Ambtsbericht Somalië, juni 2023, pagina 24 en 25.
9.De regio waar eiser vandaan komt ligt in een ‘contested support zone’: An area where multiple groups conduct offensive and defensive maneuvers. A group may be able to conduct effective logistics and administrative support of forces but has inconsistent access to local populations and key terrain.
10.Algemeen ambtsbericht Somalië, bijlage 7 of pagina 91.