Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[gedaagden sub 1] te [woonplaats 1],2. [gedaagden sub 2] te [woonplaats 2] ([land]),3. STICHTING [gedaagden sub 3] te [vestigingsplaats],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[t]e ontvangen geldlening”. Ook overigens biedt het dossier geen aanknopingspunten dat sprake is van meer dan een kennelijke vergissing aan de zijde van [gedaagden] Aan de conceptakte hecht de rechtbank dan ook geen betekenis voor het vaststellen van de voorwaarden waaronder de geldlening is aangegaan.
misbruiken” om de lening op te eisen. Ook hier gaat de rechtbank aan voorbij. Zoals hiervoor behandeld, volgt de opeisbaarheid van de lening volgens Beheer uit het feit dat [gedaagden] de woning in [plaats 2] niet binnen de overeengekomen termijn van zes maanden hebben geleverd aan een derde. De achterstallige rente legt Beheer hier dus niet aan ten grondslag. Alleen al hierom is van misbruik van recht zoals door [gedaagden] gesteld dus geen sprake.