ECLI:NL:RBDHA:2025:2367

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
C/09/641669 / FA RK 23-520
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek gezamenlijk gezag en omgangsregeling na mediationpoging

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2025 een beschikking gegeven in een geschil tussen een vader en een moeder over gezamenlijk gezag en een omgangsregeling voor hun minderjarige kind. De vader had verzocht om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling, maar de rechtbank heeft deze verzoeken afgewezen. De vader was onbereikbaar en had geen rol meer gespeeld in het leven van het kind. De rechtbank had eerder, op 17 mei 2023, de ouders doorverwezen naar een mediator om hun geschil op te lossen, maar de vader had het mediationtraject beëindigd. Tijdens de zitting op 10 januari 2025 was de vader niet verschenen, ondanks dat hij openbaar was opgeroepen. De moeder heeft aangegeven dat er kort contact is geweest tussen de vader en het kind, maar dat dit contact inmiddels is gestopt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder zich heeft ingezet voor contact tussen het kind en de vader, maar dat de vader geen contact meer opneemt. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank de verzoeken van de vader afgewezen. De moeder heeft haar verzoek met betrekking tot de zorgregeling ingetrokken, waardoor daar niet meer over hoeft te worden beslist. De beschikking is gegeven door kinderrechter A.M. Brakel, bijgestaan door griffier S.A.L. Niemantsverdriet.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-520
Zaaknummer: C/09/641669
Datum beschikking: 4 februari 2025

Gezag en omgang c.q. verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 18 januari 2023 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank onbekend adres,
advocaat: voorheen mr. D. Vurdelja, thans zonder advocaat.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. B.S. van Haeften te 's-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van deze rechtbank van 17 mei 2023 – voor zover hier van belang –:
  • zijn de ouders doorverwezen naar een mediator om te proberen hun geschil ten aanzien van het gezag en de omgangsregeling c.q. zorgregeling tot een oplossing te brengen;
  • is iedere verdere beslissing ten aanzien van het gezag, de omgangsregeling c.q. zorgregeling en de proceskosten pro forma aanhouden.
De rechtbank heeft opnieuw kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • het bericht van 24 juli 2023 van de mediator;
  • het F9-formulier van 1 augustus 2023, van de zijde van de vader;
- het F9-formulier van 6 september 2023, van de zijde van de vader;
- het F9-formulier van 7 september 2023, van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier van 27 februari 2024, van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier van 8 april 2024, van de zijde van de vader.
Op 10 januari 2025 is de behandeling op zitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
De vader heeft blijkens het geraadpleegde register van de basisregistratie personen (BRP) in verband met opschorting sinds 24 juli 2024 ter zake van emigratie nu geen hier te lande bekende woon- of verblijfplaats. De vader is gelet daarop en nu zijn advocaat zich heeft onttrokken, voor voornoemde zitting nog openbaar opgeroepen door middel van een advertentie in de op 12 december 2024 verschenen Staatscourant, nr. 41572. De vader is, ondanks goed te zijn opgeroepen, niet op de zitting verschenen.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Op de zitting heeft de moeder naar voren gebracht dat de ouders mediation hebben geprobeerd, maar dat vader het traject heeft beëindigd. Er is vervolgens een korte tijd fysiek contact geweest tussen [minderjarige] en de vader. Ook dat contact is gestopt, door verhuizing van de vader. De vader verblijft inmiddels op Curaçao. Er was een korte tijd sprake van telefonisch contact tussen [minderjarige] en de vader. Inmiddels neemt de vader helemaal geen contact meer op en het is voor de moeder niet mogelijk om hem te bereiken. Op de zitting is gebleken dat het de moeder verdriet doet dat de vader, net toen het contact met [minderjarige] weer opgebouwd werd, opnieuw uit het leven van haar dochter is verdwenen. De advocaat van de moeder heeft op de zitting nog verteld dat zij heeft begrepen van de voormalige advocaat van de vader dat ook zij geen contact meer kon krijgen met de vader.
Nu de vader niet op de zitting is verschenen terwijl hij verzoeker is in deze procedure, en daarmee onweersproken is dat de moeder zich heeft ingezet om te komen tot contact tussen [minderjarige] en de vader, zal de rechtbank zijn verzoeken afwijzen. De moeder heeft op de zitting haar zelfstandige verzoek met betrekking tot de zorgregeling tussen [minderjarige] en de vader ingetrokken zodat daarop niet meer hoeft te worden beslist.

Beslissing

De rechtbank:
wijst de verzoeken van de vader af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, kinderrechter, bijgestaan door S.A.L. Niemantsverdriet als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 februari 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!