ECLI:NL:RBDHA:2025:23688

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
C/09/646970 / FA RK 23-3178
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling en videobellen in een omgangszaak met begeleiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2025 een beschikking gegeven in een omgangszaak tussen een vader en een moeder met betrekking tot hun minderjarige kind. De vader had een verzoek ingediend tot vastlegging van een omgangsregeling, waarbij hij aangaf dat hij stappen had gezet in zijn persoonlijke ontwikkeling door coaching te volgen voor emotieregulatie en traumaverwerking. De moeder daarentegen uitte haar zorgen over de omgang en het contact tussen de vader en het kind, waarbij zij stelde dat de vader zijn afspraken niet nakwam en dat er een gebrek aan initiatief was van zijn kant. De rechtbank heeft de situatie uitvoerig besproken en vastgesteld dat er een groot onderling wantrouwen bestaat tussen de ouders, wat de omgang tussen de vader en het kind bemoeilijkt. Om de omgang te bevorderen, heeft de rechtbank voorgesteld om omgangsbegeleiding in te schakelen. Beide ouders hebben hun bereidheid uitgesproken om deel te nemen aan dit traject. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over videobellen, waarbij de vader en het kind iedere woensdag en zaterdag contact zullen hebben via videobellen. De rechtbank heeft de ouders verzocht om de eindrapportage van de omgangsbegeleiding in te dienen voor een pro forma datum op 1 mei 2026, waarbij verdere beslissingen over de omgangsregeling worden aangehouden. De beschikking is gegeven door kinderrechter A.C. Olland, bijgestaan door griffier A.I. Knops.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-3178
Zaaknummer: C/09/646970
Datum beschikking: 11 november 2025 (bij vervroeging)

Omgang

Beschikking op het op 26 april 2023 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M.H. Aalmoes in Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. B.S. van Haeften in ’s-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van 14 november 2024 van deze rechtbank is een beslissing over de omgangsregeling aangehouden.
De rechtbank heeft opnieuw kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • het bericht met bijlagen van 13 mei 2025 van de vader;
  • het bericht van 28 mei 2025 van de vader;
  • het bericht met bijlagen van 8 oktober 2025 van de moeder;
Op 21 oktober 2025 is de behandeling op de zitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de vader bijgestaan door zijn advocaat, de moeder bijgestaan door haar advocaat en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles dat bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen en beslist.
De vader handhaaft zijn verzoek tot vastlegging van een omgangsregeling met [de minderjarige] . De afgelopen periode heeft hij aan zichzelf gewerkt doordat hij bij een coach is geweest. Hij heeft hier hulp gehad voor emotieregulatie en traumaverwerking. Ondanks dat de vader vindt dat hij stappen heeft gezet, krijgt hij van de moeder het gevoel dat het nog niet genoeg is. Doordat hij een lange tijd geblokkeerd was hebben de videobelcontacten niet plaatsgevonden. De vader vindt daarnaast dat het tijd is om uit te breiden naar fysieke omgangsmomenten.
De moeder stelt juist dat de vader de videobelmomenten niet nakomt. Zo heeft hij van februari tot juni 2025 niets van zich laten horen en is er daarna alleen sporadisch belcontact geweest. Het omgangsmoment bij de McDonalds in juli 2025 ging op zich goed, totdat de vader bang was voor een bij en met [de minderjarige] in zijn armen schreeuwend rondrende. Dat was voor [de minderjarige] heel beangstigend. Door het verleden heeft de moeder weinig vertrouwen in de vader en zijn (opvoed)vaardigheden.
Op de zitting is de situatie uitvoerig met de ouders besproken. De rechtbank stelt voorop dat zij niet kan vaststellen wat er precies is gebeurd, zeker nu de ouders duidelijk verschillen van visie over de gebeurtenissen. Zo geeft de vader aan dat hij geblokkeerd was en wordt tegengewerkt door de moeder, terwijl zij op haar beurt zegt dat de vader soms maanden niets laat horen en weinig initiatief neemt. Wat daar ook van zij, de rechtbank is van oordeel dat de schommelingen in het contact tussen de vader en [de minderjarige] niet in zijn belang zijn. De rechtbank vindt het daarom belangrijk dat de omgang tussen de vader en [de minderjarige] weer wordt hervat. Dit moet dan wel op een rustige en voorspelbare manier verlopen, en afspraken moeten worden nagekomen. Het is aan beide ouders om zich hier – in het belang van [de minderjarige] – maximaal voor in te zetten. Gelet op de zorgen van de moeder en het grote onderlinge wantrouwen is de mogelijkheid van begeleide omgang besproken. Hoewel de vader het liefst ziet dat er nu een omgangsregeling wordt vastgelegd, hebben beide ouders op de zitting hun bereidheid uitgesproken om deel te nemen aan het traject Omgangsbegeleiding, zoals blijkt uit het proces-verbaal van doorverwijzing dat aan deze beschikking is gehecht. Dit proces-verbaal is al per e-mail verzonden naar het Kenniscentrum Kind en Scheiding voor deelname aan Omgangsbegeleiding en aanmelding bij de betreffende uitvoerende hulpverleningsinstanties.
De rechtbank verzoekt de uitvoerende hulpverleningsinstantie om, zoals op de zitting met de ouders is besproken, de eindrapportage over het verloop van de Omgangsbegeleiding in te dienen voor de na te melden pro forma datum. De hulpverleningsinstantie kan de rechtbank tussentijds informeren als daartoe aanleiding is.
Videobellen
Op de zitting hebben de vader en de moeder afspraken gemaakt over het videobellen. Zij hebben daarbij afgesproken dat de vader en [de minderjarige] iedere woensdag om 18:00 uur en iedere zaterdag om 13:00 uur met elkaar videobellen. De vader zal hiervoor naar de moeder bellen. De rechtbank zal deze afspraak opnemen in het dictum.

Beslissing

De rechtbank:
*
bepaalt dat de vader en de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] , zullen videobellen:
- iedere woensdag om 18:00 uur en iedere zaterdag om 13:00 uur, waarbij de vader naar de moeder belt;
*
stelt vast dat de ouders, te weten:
[de vader]
(de vader),
wonende aan de [adres] ( [postcode] ) in [woonplaats] ,
en
[de moeder]
(de moeder),
wonende op een geheim adres,
bij (aangehecht) proces-verbaal van doorverwijzing zijn verwezen naar Kenniscentrum Kind en Scheiding voor deelname aan Omgangsbegeleiding en voor aanmelding bij de uitvoerende hulpverleningsinstantie;
beveelt de griffier binnen twee dagen na heden een afschrift van deze beschikking te zenden naar: Kenniscentrum Kind en Scheiding, Albertus de Oudelaan 1, 2273 CW Voorburg;
*
houdt iedere beslissing
ten aanzien van de omgangsregelingaan tot
1 mei 2026 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. A.I. Knops als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 11 november 2025.