ECLI:NL:RBDHA:2025:23782

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
NL25.36704
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Ugandese lesbische vrouw op basis van ongeloofwaardigheid van verklaringen en referentiekader

Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Ugandese vrouw die asiel had aangevraagd in Nederland. De vrouw, die lesbisch is, had op 22 november 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 4 augustus 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden die de vrouw naar voren heeft gebracht. De rechtbank concludeert dat de minister de verklaringen van de vrouw over haar politieke activiteiten en haar seksuele geaardheid niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. De rechtbank legt uit dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van de vrouw, maar dat de vrouw niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar asielaanvraag te onderbouwen. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is en verklaart het beroep van de vrouw ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van geloofwaardigheid in asielprocedures en de verantwoordelijkheid van de aanvrager om haar claims te onderbouwen met concrete informatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.36704

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. E.D. van Elst),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: M.J.C. van der Woning).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000. [1] Eiseres is het hier niet mee eens. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de asielaanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. De minister heeft de verklaringen over de politieke activiteiten van de verloofde van eiseres en de gevolgen daarvan namelijk niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Ook heeft de minister de verklaringen over de lesbische geaardheid van eiseres ongeloofwaardig kunnen achten. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiseres heeft op 22 november 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 4 augustus 2025 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

Het asielrelaas
3. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres is van Ugandese nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1995. Zij is lesbisch maar nadat haar vader haar en haar vriendin betrapte in 2016, werd ze gedwongen om zich te verloven met een man. De verloofde van eiseres was betrokken bij de Ugandese politieke partij NUP. Vanwege deze betrokkenheid werd hij op 10 oktober 2021 opgepakt. Eiseres is naar hem op zoek gegaan en startte een zaak om hem te vinden. Later hoorde zij dat hij was vermoord. In april 2022 is eiseres zelf opgepakt en is er een rechtszaak tegen haar gestart. Vervolgens is eiseres Uganda ontvlucht door iemand een visum voor haar te laten regelen.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. de lesbische geaardheid van eiseres en de problemen als gevolg daarvan;
3. politieke activiteiten van de verloofde van eiseres en de gevolgen daarvan.
De minister stelt zich op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn. De verklaringen van eiseres over haar lesbische geaardheid en de daaruit voortgekomen problemen acht de minister echter niet geloofwaardig. Ook worden de politieke activiteiten van haar verloofde en de gevolgen daarvan niet geloofwaardig geacht. Verder heeft eiseres de minister misleid door relevante informatie of documenten die een negatieve invloed op de beslissing hadden kunnen hebben, achter te houden. De minister concludeert daarom dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is. [2]
Heeft de minister voldoende rekening gehouden met het referentiekader van eiseres?
5. Eiseres betoogt dat haar asielrelaas door de minister ten onrechte als ongeloofwaardig is aangemerkt. Zij voert daartoe primair aan dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader. Er wordt volgens eiseres namelijk geen enkel verband gelegd tussen haar referentiekader en wat op grond daarvan van haar verwacht zou mogen worden en waarom. Ook heeft de minister volgens eiseres niet bezien of sprake is van interculturele barrières, wat die dan zijn en op welke wijze daarmee rekening is gehouden bij de beoordeling van haar aanvraag.
5.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De minister stelt zicht terecht op het standpunt dat het referentiekader van eiseres kenbaar is meegewogen. De kenmerken die samen het referentiekader van eiseres vormen zijn duidelijk genoemd in het voornemen. Daarbij heeft de minister benoemd dat eiseres een katholieke vrouw van 28 jaar oud is die tot de Muganda stam behoort, een opleiding in fashion en design heeft afgerond en een eigen bedrijf met medewerkers heeft gehad in Uganda. Ook heeft hij benoemd dat eiseres soms last heeft van lichamelijke klachten en emotioneel kan worden. De minister heeft daaraan terecht de conclusie verbonden dat dat er geen sprake is van een beperking die maakt dat qua verklaringen minder van eiseres zou mogen worden verwacht. Eiseres heeft weliswaar gesteld dat onvoldoende rekening is gehouden met haar referentiekader, maar waarmee de minister dan precies geen rekening heeft gehouden heeft zij niet geconcretiseerd. Ook heeft eiseres niet toegelicht waarom er aanleiding bestond om te bezien of er mogelijk interculturele barrières waren waar rekening mee moest worden gehouden.
Heeft de minister de verklaringen over de politieke activiteiten van de verloofde van eiseres en de gevolgen daarvan ongeloofwaardig mogen vinden?
6. Eiseres betoogt dat de minister de politieke activiteiten van haar verloofde en de gevolgen daarvan ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Weliswaar wijken de verklaringen van eiseres af van de gegevens in haar visumdossier, maar eiseres betoogt niet degene te zijn die de papieren voor de visumaanvraag heeft geregeld en weet ook niet wat allemaal gefalsificeerd is. Volgens eiseres heeft zij slechts informatie verstrekt aan de reisagent en weet ze niet wat die daar verder mee gedaan heeft. De minister heeft tegengeworpen dat eiseres zonder problemen naar Kenia en daarna Uganda kon reizen, maar dat enkele feit betekent niet dat zij niet gezocht wordt door de autoriteiten. Die reis was mogelijk vanwege corruptie. Verder heeft de minister zich volgens eiseres ten onrechte op het standpunt gesteld dat zij geen poging heeft gedaan om de juridische papieren te krijgen en dat dit haar wordt aangerekend. In de zienswijze heeft eiseres namelijk aangegeven dat ze er niet in is geslaagd om deze te krijgen.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De minister heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de verklaringen van eiseres over de politieke activiteiten van de verloofde van eiseres en de gevolgen daarvan ongeloofwaardig zijn. Allereerst heeft de minister er terecht op gewezen dat uit het visumdossier volgt dat eiseres getrouwd is met iemand anders dan de persoon waarmee zij naar eigen zeggen verloofd is geweest. Als verklaring voor de verschillen heeft eiseres gesteld dat het visumdossier vervalst is. De minister heeft dit niet ten onrechte onaannemelijk gevonden. De minister heeft er ten eerste op gewezen dat, nu de Nederlandse ambassade het visum heeft verstrekt, hij ervan uit mag gaan dat de ambassade de aanvraag van eiseres goed heeft onderzocht. Eiseres heeft ook niet kunnen verklaren waarom de ambassade niet zou hebben gezien dat de huwelijksakte, geboorteakten, stempels en het visum voor Saoedi-Arabië vervalst waren. Daarnaast heeft de minister niet ten onrechte tegengeworpen dat de data in het visumdossier niet overeen komen met de door eiseres geschetste tijdlijn. Uit het visumdossier blijkt namelijk dat de visumaanvraag op 26 september 2022 is ondertekend en op 27 september 2022 is ingediend, terwijl eiseres heeft verklaard tussen 25 en 29 september 2022 in het ziekenhuis te hebben gelegen. Bovendien heeft eiseres verklaard dat ze pas na 29 september 2022 gegevens heeft moeten verstrekken voor het opstellen van de visumaanvraag, dus na de datum dat de visumaanvraag is ingediend. Eiseres heeft het verschil tussen de feitelijke data in het visumdossier en de door haar geschetste tijdlijn niet kunnen verklaren toen dit aan haar werd voorgehouden. De minister stelt zich daarom niet ten onrechte op het standpunt dat hij van de gegevens in het visumdossier uit mag gaan en de latere verklaringen van eiseres ongeloofwaardig kon achten. Verder heeft de minister eiseres niet ten onrechte tegengeworpen dat ze legaal Uganda heeft verlaten en weer heeft kunnen terugreizen via Kenia, terwijl eiseres stelt dat de Ugandese autoriteiten haar zouden zoeken. De minister heeft daarbij niet ten onrechte overwogen dat niet valt in te zien dat dit door corruptie mogelijk zou zijn geweest, zoals eiseres stelt. Eiseres heeft namelijk verklaard dat zij niemand geld heeft toegestopt. De stelling van eiseres dat corruptie ook zou inhouden dat de autoriteiten hun werk niet doen, volgt de rechtbank niet. Eiseres heeft over de gestelde corruptie namelijk uitdrukkelijk verklaard dat je overal mee weg kan komen als je iemand geld toestopt. [3] Dat zou ze nu juist niet hebben gedaan. De minister stelt zich verder niet ten onrechte op het standpunt dat het eiseres kan worden aangerekend dat ze geen poging heeft gedaan om documenten over haar gestelde aanhouding of vervolging te verkrijgen. Eiseres is namelijk in december 2022 al gewezen op het belang om zo spoedig mogelijk documenten te overleggen die haar relaas kunnen onderbouwen. De minister heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres de documenten via haar advocaat in Uganda had kunnen verkrijgen.
Heeft de minister de verklaringen over de lesbische geaardheid van eiseres ten onrechte ongeloofwaardig geacht?
8. Eiseres betoogt dat de minister haar lesbische geaardheid ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht en voert daartoe – kort samengevat – het volgende aan. Eiseres heeft niet wisselend en vaag verklaard over haar relatie met haar vriendin. Ook heeft de minister zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres geen overtuigend beeld van een langdurige, diepgaande relatie heeft geschetst. Verder blijkt uit de vragen die de minister heeft gesteld niet dat hij op zoek was naar een diepgaand inzicht in het persoonlijk gevoelsleven van eiseres over de situatie van LHBTI’ers in Uganda. Eiseres betoogt daarnaast dat het niet ongerijmd is dat haar vader haar na de betrapping in 2016 nooit heeft geprobeerd iets aan te doen. Bovendien had de minister volgens eiseres meer moeten doorvragen en haar moeten vragen om haar verklaringen te verduidelijken als dit kennelijk nodig was.
8.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Uit wat onder 6.1 is overwogen blijkt dat de minister niet ten onrechte van de gegevens in het visumdossier uitgaat. Uit het visumdossier blijkt dat eiseres getrouwd is, en wel met iemand anders dan de persoon waarmee zij naar eigen zeggen gedwongen verloofd zou zijn geweest. De minister heeft zich met het oog daarop niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat dit ook afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van het relaas van eiseres over haar lesbische geaardheid. Zij zou immers zijn uitgehuwelijkt vanwege haar geaardheid. Dit in aanmerking genomen heeft de minister zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres te weinig concrete informatie naar voren heeft gebracht om haar lesbische geaardheid toch geloofwaardig te achten. De verklaringen van eiseres over haar relatie met haar vriendin heeft de minister niet ten onrechte vaag en oppervlakkig gevonden. Zo heeft eiseres op de vraag wat zij over haar vriendin kon vertellen en wat zij voor haar voelde alleen verklaard dat zij vrolijk, eigenwijs, zorgzaam en vrijgevig was, dat eiseres het leuk vond hoe ze deed en dat ze mooie ogen en fijne lippen had. [4] De minister heeft ook voldoende doorgevraagd en om verduidelijking gevraagd naar aanleiding van wat eiseres verklaarde. Eiseres is meerdere keren uitgenodigd om haar verklaringen nader te onderbouwen en persoonlijker te maken, maar heeft daar geen gebruik van gemaakt. Eiseres is bijvoorbeeld twee keer in verschillende bewoordingen gevraagd hoe het voor haar was om de schijn op te houden dat zij hetero was. Hierop antwoordde ze beide keren alleen dat het stressvol was en dat zij zich niet kon uitdrukken. [5] Daarnaast is eiseres meerdere keren gevraagd hoe het voor haar was om met een man te moeten zijn. Hierop antwoordde eiseres alleen dat ze moest doen alsof, dat ze niet vrij was en dat ze geen aantrekkingskracht voelde. Hoewel de minister verplicht is om door te vragen, is het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van eiseres om haar lesbische geaardheid aannemelijk te maken met haar verklaringen. De minister heeft zich ook niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres geen overtuigend beeld van een langdurige, diepgaande relatie heeft geschetst, terwijl eiseres stelt dat zij van haar veertiende tot haar zesentwintigste een relatie had. De minister heeft eiseres hierbij kunnen tegenwerpen dat ze niet meer weet welke film ze op Valentijnsdag met haar vriendin keek, terwijl dat volgens eiseres het leukste is wat ze samen hebben gedaan. Verder heeft de minister er niet ten onrechte op gewezen dat letterlijk aan eiseres is gevraagd wat zij vindt van de politieke situatie van LHBTI’ers in Uganda en wat het persoonlijk met haar doet dat het LHBTI-zijn daar strafbaar is. Dat de minister niet op zoek zou zijn geweest naar het persoonlijk gevoelsleven van eiseres over dit onderwerp, wordt daarom niet gevolgd door de rechtbank.

Conclusie en gevolgen

9. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt daarom geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Lange, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000
2.De minister wijst hierbij op artikel 31, eerste lid, en artikel 30b, eerste lid, onder c, van de Vw 2000.
3.Pagina 38 van het Verslag nader gehoor van 8 maart 2024.
4.Pagina 30 en 33 van het Verslag nader gehoor van 8 maart 2024.
5.Pagina 30 van het Verslag nader gehoor van 8 maart 2024.