ECLI:NL:RBDHA:2025:23791

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
NL25.39571
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Zimbabwaanse eiser met beroep op ernstige schade en veilig derde land

Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Zimbabwaanse eiser die een asielaanvraag had ingediend. De rechtbank beoordeelde de afwijzing van deze aanvraag door de minister van Asiel en Migratie, die op 23 juli 2025 had besloten de aanvraag ongegrond te verklaren. Eiser, die in 1989 geboren is, heeft in 2008 gewerkt voor de Zimbabwaanse verkiezingen en stelt dat hij sindsdien wordt bedreigd door de autoriteiten vanwege zijn betrokkenheid bij een petitie. Hij is gevlucht naar Zuid-Afrika, maar vreest ook daar voor zijn veiligheid vanwege de familie van zijn Zuid-Afrikaanse echtgenote en de organisatie Operatie Dudula, die zich tegen immigranten richt. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de vrees van eiser voor de Zimbabwaanse autoriteiten niet aannemelijk is, aangezien hij na zijn ontvoering in 2008 zonder problemen terugkeerde naar Zimbabwe en daar meerdere keren legaal in en uit reisde. De rechtbank oordeelt ook dat Zuid-Afrika als veilig derde land kan worden aangemerkt, ondanks de zorgen van eiser over geweld tegen immigranten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.39571

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2025 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. R.P.M. Ngasirin),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. J.D. Albarda).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van eisers asielaanvraag. [1] Hij is het hier niet mee eens. Hij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de asielaanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. Eiser krijgt dus geen gelijk en het beroep is ongegrond. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiser heeft op 16 november 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 23 juli 2025 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
2.1.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 24 oktober 2025 op zitting behandeld, samen met het beroep van zijn echtgenote (NL25.39572). Hieraan heeft de gemachtigde van de minister deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

Het asielrelaas
3. Eiser is van Zimbabwaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1989. Hij legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser verrichtte in 2008 werkzaamheden voor de Zimbabwaanse verkiezingen van dat jaar. Hij zou daarvoor in Amerikaanse dollars betaald worden, maar kreeg uiteindelijk in de lokale munt uitbetaald. Nadat hij met een aantal collega’s een petitie indiende om betaald te worden in Amerikaanse dollars, werd hij ontvoerd en mishandeld, en korte tijd daarna door mensen thuis bezocht. Hierna is eiser gevlucht naar Zuid-Afrika. Vanwege de ontvoering en mishandeling in 2008 en de asielaanvraag die hij in Zuid-Afrika heeft ingediend, vreest eiser problemen te krijgen bij terugkeer naar Zimbabwe. Die problemen kunnen zijn dat hij wordt gedood, of geen volledige toegang meer heeft tot voorzieningen. Eiser vreest in Zimbabwe ook medische problemen te krijgen vanwege zijn suikerziekte. Daarnaast kan eiser niet terugkeren naar Zuid-Afrika. Daar heeft hij wel een gezin gevormd met zijn Zuid-Afrikaanse echtgenote, maar de familie van zijn echtgenote wilde niet dat hij met haar zou trouwen, omdat hij Zimbabwaan is. Zij bedreigden en mishandelden eiser en maakten het onmogelijk om officieel te trouwen met zijn echtgenote. Hij vreest voor de familie van zijn echtgenote en Operatie Dudula, een organisatie die tegen immigranten is. Daarnaast heeft eiser geen verblijfsrecht meer in Zuid-Afrika en zal hij geen medische hulp ontvangen voor zijn diabetes.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. problemen in Zimbabwe.
De minister stelt zich op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn. Ook zijn de problemen in Zimbabwe geloofwaardig. Eiser heeft alleen niet aannemelijk gemaakt dat hij een verdragsvluchteling is of bij terugkeer naar Zimbabwe een reëel risico loopt op ernstige schade. [2] Eisers problemen speelden lang geleden, en het is niet aannemelijk dat de Zimbabwaanse autoriteiten nog altijd naar hem op zoek zouden zijn. In aanmerking genomen dat eisers echtgenote de Zuid-Afrikaanse nationaliteit heeft, heeft de minister ook gekeken naar de mogelijkheid voor eiser om met zijn echtgenote naar dat land terug te keren. Dat kan volgens de minister, omdat Zuid-Afrika een veilig derde land is waar eiser zich opnieuw kan vestigen. De minister heeft eisers asielaanvraag daarom afgewezen. Daarnaast krijgt eiser geen uitstel van vertrek om medische redenen. [3]
Heeft eiser zijn vrees voor de Zimbabwaanse autoriteiten aannemelijk gemaakt?
5. Eiser betoogt dat de minister zijn vrees voor de Zimbabwaanse autoriteiten ten onrechte onaannemelijk vindt. Eiser heeft wel degelijk voor hen te vrezen, nu ze naar hem op zoek zijn. Eiser heeft redenen om aan te nemen dat hij in 2008 in opdracht van de regeringspartij ontvoerd en mishandeld is vanwege zijn werkzaamheden tijdens de verkiezingen. Daarnaast heeft eiser tijdens de asielprocedures in Nederland en Zuid-Afrika verteld over de corruptie binnen de Zimbabwaanse overheid. De Zimbabwaanse autoriteiten zullen eiser daarom beschouwen als een verrader en hem langdurig gevangen zetten of spoorloos laten verdwijnen. Het feit dat eiser een Zimbabwaans paspoort heeft kunnen aanvragen zonder dat hij werd aangehouden is verklaarbaar. Eiser betaalde namelijk steekpenningen aan de ambtenaar die het paspoort moest uitgeven.
5.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De minister heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eisers vrees voor de Zimbabwaanse autoriteiten niet aannemelijk is. Hoewel het geloofwaardig is dat eiser in 2008 is opgezocht vanwege zijn betrokkenheid bij de petitie, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de Zimbabwaanse autoriteiten naar hem op zoek zijn. De minister heeft er terecht op gewezen dat eiser na de ontvoering nog acht maanden in Zimbabwe verbleef zonder problemen, en meerdere keren probleemloos Zimbabwe legaal in en uit is gereisd. Bovendien waren de autoriteiten ervan op de hoogte dat hij dan in het land was. Eiser heeft namelijk meerdere keren contact met hen gehad, bijvoorbeeld door een zitting bij de rechtbank bij te wonen en een identiteitsbewijs te laten zetten. Het is ook onaannemelijk dat eiser in de problemen zou komen door zijn asielaanvragen in Zuid-Afrika en Nederland. Van de asielaanvraag in Zuid-Afrika konden de Zimbabwaanse autoriteiten ook al op de hoogte zijn toen hij in 2022 zonder problemen Zimbabwe bezocht om zijn identiteitsbewijs om te zetten. Eiser stelt dat hij Zimbabwe legaal in kon reizen vanwege corruptie, maar heeft er geen verklaring voor gegeven hoe hij meerdere keren zonder problemen contact kan hebben gehad met de Zimbabwaanse overheid. Verder is niet gebleken dat de Zimbabwaanse autoriteiten op de hoogte zijn van zijn asielaanvraag in Nederland, noch van zijn redenen daarvoor.
Heeft de minister Zuid-Afrika terecht als veilig derde land aangemerkt voor eiser?
6. Eiser betoogt dat de minister Zuid-Afrika daarnaast ten onrechte heeft aangemerkt als veilig derde land. In Zuid-Afrika heeft eiser namelijk te vrezen voor Operatie Dudula. Deze organisatie wordt vaak in verband gebracht met gewelddadige bedreigingen en aanvallen op immigranten. Uit openbare bronnen blijkt ook dat er regelmatig immigranten worden gedood in Zuid-Afrika. Verder vreest eiser voor de familie van zijn echtgenote, die hem haten omdat hij een buitenlander is. Eiser is door de oom van zijn echtgenote met een pistool bedreigd en uitgescholden. Deze oom heeft daarnaast een hoge positie binnen de Dudula-beweging. Ook is het gebruik van lichamelijk geweld tegen migranten, asielzoekers en vluchtelingen door politie- en immigratieambtenaren een voortdurend probleem in Zuid-Afrika. [4]
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De minister heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat Zuid-Afrika voor eiser een veilig derde land is. Allereerst heeft de minister er terecht op gewezen dat het relevante Informatiebericht (IB) Zuid-Afrika in zijn algemeenheid aanmerkt als een veilig derde land. [5] De minister mag van dit IB uitgaan, omdat eiser niet heeft bestreden wat daarin staat. De minister heeft er daarnaast terecht op gewezen dat eiser van 2008 tot 2022 in Zuid-Afrika woonde en werkte, hij traditioneel gehuwd is met een Zuid-Afrikaanse vrouw en hij kinderen heeft met de Zuid-Afrikaanse nationaliteit. Verder heeft de minister terecht overwogen dat eisers problemen met zijn schoonfamilie niet hebben geleid tot ernstige schade. De rechtbank heeft bij uitspraak van vandaag in de zaak van eisers echtgenote geoordeeld dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de gestelde vrees van eiser en zijn echtgenote voor haar familie niet aannemelijk is. Dat betekent dat de minister in de zaak van eiser ook niet hoefde te volgen dat de problemen met zijn schoonfamilie tot ernstige schade zouden leiden. Over eisers vrees voor Operatie Dudula heeft de minister terecht overwogen dat hij niet onderbouwt waarom hij persoonlijk problemen van die beweging zal ondervinden. Eiser heeft namelijk alleen algemeen – en zonder onderbouwing – gesteld dat Operatie Dudula in verband wordt gebracht met gewelddadigheden tegen immigranten en dat uit openbare bronnen blijkt dat er in Zuid-Afrika regelmatig migranten worden gedood.
Heeft de minister terecht een terugkeerbesluit voor Zimbabwe en Zuid-Afrika opgelegd?
7. Eiser betoogt dat het terugkeerbesluit dat aan hem is opgelegd in strijd is met artikel 8 van het EVRM. De gezinsleden van eiser kunnen namelijk niet met hem in Zimbabwe wonen, omdat zij niet de Zimbabwaanse nationaliteit bezitten. Daarnaast voert eiser aan dat hij lijdt aan diabetes en dat het niet vaststaat dat hij in Zuid-Afrika medische hulp zal ontvangen als hij dit nodig heeft. De rechten van vluchtelingen in Zuid-Afrika zijn namelijk in de loop van de tijd beperkt. Daarnaast zijn er praktische beperkingen van de rechten van vluchtelingen als gevolg van uitvoeringsproblemen, corruptie, en misdragingen van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten. Ook discriminatie door werkgevers, scholen, gezondheidsinstellingen en Zuid-Afrikaanse burgers zorgt voor praktische beperkingen. [6]
7.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Het terugkeerbesluit van de minister is niet in strijd met artikel 8 van het EVRM. De minister heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser met zijn gezin in Zimbabwe kan wonen. Eiser heeft niet onderbouwd waarom zijn echtgenote geen verblijfsrecht in Zimbabwe zou kunnen krijgen. Ook heeft de minister er terecht op gewezen dat zijn echtgenote na vijf jaar huwelijk het Zimbabwaanse staatsburgerschap kan verkrijgen. Verder heeft de minister over eisers kinderen terecht gesteld dat het volgens de Zimbabwaanse grondwet mogelijk is om de Zimbabwaanse nationaliteit te verkrijgen wanneer één van de (groot)ouders in bezit is van de Zimbabwaanse nationaliteit. Ook kan eiser zijn oudste zoon als zijn kind registreren, zodat hij zich bij eiser kan vestigen in Zimbabwe en zo de Zimbabwaanse nationaliteit kan verkrijgen. Er is geen reden om aan te nemen dat de moeder van eisers oudste zoon hier niet aan zou meewerken. De minister heeft er daarnaast terecht op gewezen dat eisers jongste kind al de Zimbabwaanse nationaliteit bezit. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat zij niet met eiser en haar moeder mee kan naar Zimbabwe.
7.2.
Daarnaast maken eisers medische klachten niet dat de minister het terugkeerbesluit niet heeft kunnen opleggen. Eiser bestrijdt in beroep namelijk niet dat hij in Zimbabwe toegang heeft tot toereikende medische zorg. Bovendien heeft de minister terecht gesteld dat eiser in Zuid-Afrika toegang heeft tot toereikende zorg. Onder verwijzing naar het relevante IB heeft de minister er namelijk op gewezen dat vluchtelingen in Zuid-Afrika toegang hebben tot basisdiensten, waaronder onderwijs, gezondheidszorg, sociale ondersteuning, politie en justitiële diensten. [7] Uit het IB blijkt niet dat deze rechten in de loop van de tijd beperkt zijn. De factsheet waar eiser naar verwijst, bevat geen andere informatie dan dit IB. Verder heeft de minister er terecht op gewezen dat eiser een aantal jaren in Zuid-Afrika verbleef terwijl hij al diabetes had. Eiser heeft niet gesteld dat hij toen geen toegang had tot toereikende zorg. Dat eiser door praktische beperkingen geen toereikende zorg zou krijgen in Zuid-Afrika, is daarom ook niet aannemelijk.

Conclusie en gevolgen

8. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Lange, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a dan wel b, van de Vw 2000.
3.Artikel 64 van de Vw 2000.
4.Eiser wijst op het rapport “2024 Country Reports on Human Rights Practices: South Africa” van de US Department of State.
5.IB 2024/46 Beoordeling veilig derde land – Zuid-Afrika.
6.Eiser wijst op “Zuid-Afrika | Factsheet, Informatie ter beoordeling van ‘veilig derde land’” van de IND.
7.IB 2024/46 Beoordeling veilig derde land – Zuid-Afrika.