ECLI:NL:RBDHA:2025:23792

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
12006958 EJ VERZ 25-82432 + 12006933 EJ VERZ 25-82431
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzonder curator voor minderjarigen in nalatenschapskwestie

Op 16 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de benoeming van een bijzonder curator voor minderjarigen. De zaak betreft de afwikkeling van de nalatenschap van hun vader, [naam 3], die op [datum] 2021 is overleden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], gerechtigd zijn in de nalatenschap, maar dat er onduidelijkheden zijn over de boedelbeschrijving die door [naam 2] is ingediend. [naam 2] heeft aangegeven dat er kosten zijn voorgeschoten die niet zijn vermeld in de boedelbeschrijving, en dat zij na het aflossen van de hypotheek volledig eigenaar zou zijn van de woning. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de belangen van [naam 2] in strijd zijn met die van de minderjarigen, en heeft daarom besloten om een bijzonder curator te benoemen. Mr. A.C. de Bakker is benoemd als bijzonder curator om de minderjarigen te vertegenwoordigen in de verdere afwikkeling van de nalatenschap. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een termijn gesteld voor het indienen van hoger beroep.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats Den Haag
NAV/b
Vb.nrs.: 10669 en 10671
Zaaknrs.: 12006958 EJ VERZ 25-82432
12006933 EJ VERZ 25-82431
16 december 2025
Ambtshalve beschikking tot benoeming van een bijzonder curator
met betrekking tot de minderjarigen:
[minderjarige 1],geboren op [geboortedatum 1] 2014 te [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige 1],
[minderjarige 2],geboren op [geboortedatum 2] 2019 te [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige 2],
[minderjarige 3],geboren op [geboortedatum 3] 2022 te [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige 3].
Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] wordt uitgeoefend door:
[naam 1],wonende te [postcode 1] [woonplaats], [adres 1],
hierna te noemen: [naam 1].
Het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wordt uitgeoefend door:
[naam 2],
wonende te [postcode 2] [woonplaats], [adres 2],
hierna te noemen: [naam 2].

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de op de griffie opgestelde dossiers.
1.2.
De griffier van de rechtbank heeft [naam 1] en [naam 2] herhaaldelijk gewezen op de verplichting om een boedelbeschrijving in te dienen van de nalatenschap van de heer [naam 3], overleden op [datum] 2021 te [plaats]. [naam 1] en [naam 2] hebben hierop niet gereageerd, waarna de kantonrechter in beide zaken een mondelinge behandeling heeft bepaald.
1.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 juni 2025. [naam 1] is niet verschenen. [naam 2] is wel verschenen en heeft een door mevrouw mr. [naam 4], notaris te Den Haag, opgestelde boedelbeschrijving aan de kantonrechter overhandigd.
1.4.
Vervolgens heeft de griffier [naam 1] en [naam 2] herhaaldelijk gewezen op de verplichting goedkeuring te vragen voor de verdeling van de nalatenschap van de heer [naam 3] en verzocht een voorstel voor de verdeling van de nalatenschap in te dienen. [naam 1] heeft niet gereageerd. Door en namens [naam 2] is in de e-mailberichten van 1 en 7 september 2025 gereageerd. Een voorstel voor de verdeling van de nalatenschap is evenwel uitgebleven.

2.De beoordeling

2.1.
Uit de op de griffie opgestelde dossiers blijkt dat de minderjarigen gerechtigd zijn in de nalatenschap van hun vader, [naam 3], overleden op [datum] 2021 te [plaats], laatst wonende te [postcode 2] [plaats], [adres 2]. In de door [naam 2] overgelegde boedelbeschrijving staat dat de nalatenschap uit de volgende bezittingen en schulden bestaat:
Bezittingen:
1. de onverdeelde helft in de woning gelegen aan de [adres 2]
te [plaats] (waarde conform taxatierapport Diva Makelaars) € 137.500,00
2. ABN AMRO Bank (rek.nr.: [rekeningnummer 1]) € 1.666,09
3. ABN AMRO Bank (rek.nr.: [rekeningnummer 2]) € 0,05
4. Auto (verkoopopbrengst) € 1.100,00
5. de onverdeelde helft in de inboedel (geschatte waarde)
€ 2.500,00
Totaal € 142,766,14
Schulden:
1. de onverdeelde helft in de lening bij Interbank € 3.259,50
2. de onverdeelde helft in de hypotheek bij Aegon
€ 70.268,00
Totaal € 73.527,50
Saldo nalatenschap: € 69.238,64
De kosten van de uitvaart bedroegen: € 1.121,00
Zodat de zuivere nalatenschap bedraagt:
€ 68.117,64
2.2.
[naam 2] is het niet eens met deze boedelbeschrijving. Volgens [naam 2] zijn de door haar ten behoeve van de nalatenschap voorgeschoten kosten van in totaal € 12.071,23 ten onrechte niet vermeld in de boedelbeschrijving. Verder merkt [naam 2] op dat zij na het uitkeren van de levens-verzekering en het aflossen van de hypotheek volledig eigenaar is geworden van de woning.
2.3.
Op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter als de belangen van de met het gezag belaste ouder(s) in strijd zijn met die van de minderjarige en de kantonrechter dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht een bijzonder curator benoemen om de minderjarige te vertegenwoordigen.
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat het in het belang van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] noodzakelijk is dat voor hen een bijzonder curator wordt benoemd. De belangen van [naam 2] zijn in strijd met de belangen van de minderjarige. Zo heeft [naam 2] niet met stukken onderbouwd dat de gestelde voorgeschoten kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en is niet toegelicht waarom die kosten ten laste van de nalatenschap kunnen worden gebracht. Verder heeft [naam 2] onvoldoende uitgelegd op grond waarvan zij nu volledig eigenaar zou zijn van de woning. Dat [naam 2] de hypotheek na het overlijden van de vader van de minderjarigen volledig heeft afgelost, betekent niet zonder meer dat zij daarna volledig eigenaar is geworden van de woning. Aldus zal de kantonrechter overgaan tot benoeming van een bijzonder curator voor [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kantonrechter acht het wenselijk dat de belangen van [minderjarige 1] op gelijke wijze worden behartigd als de belangen van [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. Daarbij weegt de kantonrechter ook mee dat [naam 1] niet heeft laten zien dat de belangen van [minderjarige 1] bij de afwikkeling en verdeling van de nalatenschap voldoende zijn gewaarborgd. Ook voor [minderjarige 1] zal daarom een bijzonder curator worden benoemd.
2.5.
De griffier heeft de heer mr. A.C. de Bakker, als advocaat werkzaam bij De Bakker Advocaten & Erfrechtspecialisten, telefonisch benaderd en bereid gevonden om als bijzonder curator op te treden. De griffier heeft [naam 1] en [naam 2] in een brief van 21 november 2025 laten weten dat de kantonrechter voornemens is mr. De Bakker tot bijzonder curator te benoemen. Daarbij zijn zij in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 5 december 2025 eventuele bezwaren tegen zijn benoeming aan de kantonrechter kenbaar te maken. Niet is gebleken van bezwaren tegen zijn benoeming. Daarom zal de kantonrechter overgaan tot zijn benoeming.
2.6.
De bijzonder curator zal de minderjarigen vertegenwoordigen bij de verdere afwikkeling en verdeling van de nalatenschap van hun vader. Als de bijzonder curator het in het belang van de minderjarigen nodig acht, mag hij namens de minderjarigen ook een verzoek tot benoeming van een (professionele) vereffenaar van de nalatenschap indienen. Mocht de bijzonder curator met de andere erfgenamen overeenstemming bereiken over de verdeling van de nalatenschap, moet hij deze verdeling ter goedkeuring aan de kantonrechter voorleggen. Dat geldt ook als de verdeling van de nalatenschap onverhoopt op grond van een rechterlijk bevel geschiedt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
benoemt:
de heer mr. A.C. de Bakker,
advocaat bij De Bakker Advocaten & Erfrechtspecialisten,
correspondentieadres: Postbus 175, 3340 AD Hendrik-Ido-Ambacht,
tot bijzonder curator om de minderjarigen in en buiten rechte te vertegenwoordigen ter zake de verdere afwikkeling van de nalatenschap van [naam 3], overleden op [datum] 2021 te [plaats];
3.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.D. Bellaart, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal)
is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.