Uitspraak
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 21 oktober 2024 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het bericht van 23 december 2024, met bijlage namens de vader.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 februari 2025 een beschikking gegeven in een verzoek tot eenhoofdig gezag van de vader over de minderjarige [de minderjarige]. De vader heeft verzocht om alleen belast te worden met het ouderlijk gezag, omdat de moeder door haar gedrag en psychische gezondheid een onaanvaardbaar risico vormt voor het kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstige incidenten hebben plaatsgevonden, waaronder mishandeling door de moeder en problematisch gedrag dat de ontwikkeling van [de minderjarige] in gevaar brengt. De moeder heeft haar advocaat voor de zitting laten weten geen gebruik meer te willen maken van juridische bijstand, wat haar positie in de procedure heeft verzwakt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van het kind is en heeft het verzoek van de vader toegewezen. Tevens is de omgang tussen de moeder en het kind ontzegd, totdat de moeder hulp voor zichzelf heeft gezocht en haar situatie is verbeterd. De rechtbank benadrukt dat contactherstel met de moeder belangrijk is voor de ontwikkeling van [de minderjarige], maar dat dit op een veilige manier moet gebeuren. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de proceskosten zijn gecompenseerd.