Uitspraak
Informele rechtsingang
Beschikking in het kader van de op 28 juli 2025 ingekomen brief van:
[de minderjarige] ,
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
- de moeder;
- de vader;
- [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 14 november 2025, is de zorgregeling voor de minderjarige [de minderjarige] gewijzigd. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2013, heeft op 28 juli 2025 een brief geschreven waarin hij zijn wens uitdrukt om de zorgregeling te wijzigen, zodat hij zelf kan bepalen wanneer hij zijn vader ziet. De ouders, [de moeder] en [de vader], hebben gezamenlijk gezag over de minderjarige, die bij de moeder woont. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 oktober 2025, waarbij de ouders en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige zich bij zijn vader niet thuis voelt en liever minder vaak naar hem toe wil gaan. De vader begrijpt de wens van de minderjarige, maar is bezorgd dat hij zijn zoon minder zal zien. De rechtbank benadrukt het belang van een zorgregeling om het contact tussen de minderjarige en zijn vader te waarborgen. De rechtbank heeft besloten de zorgregeling te wijzigen, zodat de minderjarige om de week van zaterdag na voetbal tot zondag 19.00 uur bij zijn vader zal zijn. De rechtbank heeft ook aangegeven dat het belangrijk is dat de vader zich meer verdiept in het leven van de minderjarige en dat er een brug geslagen wordt tussen de twee werelden van de ouders.
De beschikking is gegeven door mr. C. Witteman, (kinder)rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.