Uitspraak
VAVA LEIDSENHAGE B.V.,
URW NEDERLAND WINKELS 2 B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties van 19 november 2025;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie met producties;
- de aanvullende producties van de curator;
- de akte wijziging van eis van de curator;
- de aanvullende productie van URW.
2.De feiten
toevoeging kantonrechter)gaf aan dat er nog geen nieuwe huurovereenkomst is gesloten en dat men de uitkomst van ons verzoek zal afwachten. Toen ik aangaf dat, mocht het huurcontract worden geëindigd, Westfield vervolgens rechtstreeks een overeenkomst met ons kan sluiten, wilde zij daar op dit moment nog niet op vooruitlopen. Wel merkte zij op dat dit mogelijk zal leiden tot een open onderhandelingspositie (…).”
“Zoals gisteren besproken hierbij de bevestiging dat overeenstemming is bereikt met Pavarotti (…) over de activiteiten incl. personeel van Vava Leidsenhage B.V. Ook de rechter-commissaris heeft de transactie goedgekeurd.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
“gezien het feit dat het Vapiano-concept niet wordt voortgezet is er geen sprake is van een zuivere indeplaatsstelling en dat een IDPS daarom niet aan de orde is.”Uit deze mail blijkt voldoende dat de curator juist wel een indeplaatsstelling beoogde, maar dat URW meende dat daarvan geen sprake kon zijn. Dit argument van URW was onjuist, omdat – zoals hiervoor overwogen – het feit dat de Vapiano-formule niet zou worden voortgezet, niet in de weg stond aan een bedrijfsoverdracht en dus ook niet aan een indeplaasstelling. De curator heeft URW op dat moment ruimte geboden om nieuwe voorwaarden overeen te komen met Pavarotti. Dat URW daar uiteindelijk geen gebruik van heeft gemaakt en ervoor heeft gekozen in zee te gaan met een vertegenwoordiger van het bestuur van de failliete B.V., moet voor haar rekening blijven. De door de curator geboden ruimte om een nieuwe huurovereenkomst met Pavarotti te sluiten staat niet in de weg aan de thans door hem voorgestane indeplaatsstelling.