Beoordeling door de rechtbank
Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres heeft de Nigeriaanse nationaliteit en stelt te zijn geboren op [geboortedatum 4] 1995. Eiseres heeft eerder een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Aan die aanvraag heeft eiseres ten grondslag gelegd dat zij in Nigeria gevaar loopt omdat zij biseksueel is en dat haar (oudste) dochter gevaar loopt om slachtoffer te worden van vrouwenbesnijdenis. Verweerder heeft deze aanvraag bij besluit van 13 december 2018 afgewezen als ongegrond. Dit besluit staat in rechte vast.
3. Eiseres heeft ook in het verleden een tijdelijke verblijfsvergunning in het kader van de Verblijfsregeling Mensenhandel gehad. Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft verweerder deze verblijfsvergunning ingetrokken en de aanvraag van eiseres om het verblijfsdoel te wijzigen naar ‘humanitair niet-tijdelijk’ afgewezen. Verweerder heeft in dit besluit niet geloofwaardig geacht dat eiseres slachtoffer is geworden van mensenhandel. Ook dit besluit staat in rechte vast.
4. Op 1 september 2023 heeft eiseres opnieuw asiel aangevraagd. Eiseres legt aan haar opvolgende aanvraag ten grondslag dat zij nieuwe documenten heeft waaruit blijkt dat haar broer is vermoord in opdracht van degene die eiseres tot prostitutie heeft gedwongen. Eiseres heeft een overlijdensakte, een politierapport en een eigen verklaring over de dood van haar broer overgelegd.
5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres;
de problemen van eiseres met de mensenhandelaar; en
besnijdenis van de dochters van eiseres.
6. Verweerder vindt de nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig, maar haar identiteit niet. De problemen met de mensenhandelaar vindt verweerder niet geloofwaardig omdat de verklaringen van eiseres erover geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen en omdat eiseres in grote lijnen niet als geloofwaardig kan worden beschouwd.Bureau Documenten heeft de nieuwe stukken van eiseres onderzocht en geconcludeerd dat er wijzigingen in zijn aangebracht in het politierapport en de eigen verklaring, en dat de overlijdensakte hoogstwaarschijnlijk niet bevoegd is afgegeven. Verder concludeert verweerder dat niet aannemelijk is dat de dochters van eiseres te vrezen hebben voor vrouwenbesnijdenis. Eiseres heeft daarom geen gegronde vrees voor vervolging in vluchtelingrechtelijke zinen zij loopt geen reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM.Verweerder wijst de aanvraag af als kennelijk ongegrond omdat het gaat om een herhaalde aanvraag die niet niet-ontvankelijk is verklaard.
Wat vindt eiseres in beroep?
7. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert – kort samengevat – het volgende aan. Allereerst mocht verweerder de identiteit van eiseres niet ongeloofwaardig achten zonder haar daarover bij het gehoor te bevragen. Daarnaast moest verweerder, ook los van de overgelegde documenten, het asielrelaas van eiseres inhoudelijk beoordelen. Tot slot miskent verweerder dat het risico op vrouwenbesnijdenis hoger is dan bij de vorige aanvraag, nu eiseres inmiddels is gescheiden en een tweede dochter heeft gekregen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
8. De rechtbank geeft eiseres geen gelijk. De rechtbank zal dit oordeel hieronder uitleggen.
De identiteit van eiseres
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de identiteit van eiseres op goede gronden niet geloofwaardig heeft geacht. Verweerder mocht er allereerst op wijzen dat de identiteit van eiseres in het – in rechte vaststaande – besluit van 13 december 2018 niet geloofwaardig is geacht. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder eiseres in de huidige procedure ook voldoende in de gelegenheid gesteld nieuwe informatie en stukken over haar identiteit naar voren te brengen. Tijdens het gehoor opvolgende aanvraag heeft verweerder namelijk aan eiseres gevraagd welke nieuwe feiten en omstandigheden er zijn bij haar nieuwe aanvraag en vervolgens nog eens gevraagd of eiseres alles wat van belang is, naar voren heeft gebracht. Eiseres heeft op beide vragen geantwoord dat alleen de drie documenten over de dood van haar broer nieuw zijn. Eiseres heeft ook de gelegenheid gekregen nog iets te zeggen over de vorige asielaanvraag, en daar geen gebruik van gemaakt. Daarnaast heeft eiseres aangegeven dat er, behalve dat zij nu gescheiden is, geen wijzigingen zijn in haar persoonsgegevens. Anders dan eiseres heeft betoogd, mocht zij uit het feit dat zij zich bij andere overheidsinstanties kon registreren, niet concluderen dat verweerder haar identiteit volgt. Nu eiseres ook in het verdere verloop van deze procedure geen verdere documenten heeft overgelegd ter onderbouwing van haar identiteit, hoefde verweerder de identiteit niet geloofwaardig te vinden.
De beoordeling van het asielrelaas
10. Naar het oordeel van de rechtbank mocht verweerder verder concluderen dat de gestelde problemen met de mensenhandelaar niet geloofwaardig zijn. Anders dan eiseres heeft betoogd, heeft verweerder haar relaas over de mensenhandel namelijk voldoende beoordeeld. Met de uitspraak van 20 april 2021 is in rechte vast komen te staan dat verweerder zich in de procedure over de reguliere verblijfsaanvraag van eiseres deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in Italië het slachtoffer van mensenhandel is geworden op de wijze die zij heeft beschreven.Verweerder mocht in de huidige asielprocedure verwijzen naar die beoordeling. Wel moest verweerder ook beoordelen of de nieuw ingebrachte documenten tot een andere conclusie leiden wat betreft de gestelde mensenhandel. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dit voldoende gedaan. Verweerder mocht erop wijzen dat eiseres op veronderstellingen baseert dat de mensenhandelaar betrokken was bij de gestelde problemen en dat niet is gebleken dat het slachtoffer van het steekincident de broer van eiseres is. Daarnaast mocht verweerder wijzen op de conclusies van Bureau Documenten en de onlogische verklaringen van eiseres over de aangetroffen inconsistenties. Hoewel – zoals verweerder ook onderkent – niet vaststaat dat de wijzigingen in de documenten door eiseres zijn aangebracht mocht verweerder ook concluderen dat eiseres gelet op de documenten en haar verklaringen niet in grote lijnen als geloofwaardig kan worden beschouwd.
Het risico op vrouwenbesnijdenis
11. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ook niet aannemelijk hoefde te vinden dat de dochters van eiseres een reëel risico lopen op ernstige schade vanwege gedwongen besnijdenis. Ook hier mocht verweerder allereerst verwijzen naar de eerder gemaakte beoordeling. Verweerder heeft daarnaast voldoende betrokken dat de situatie sinds de vorige procedure is veranderd, nu eiseres inmiddels is gescheiden en een tweede dochter heeft. Uit de verklaringen van eiseres in de eerdere en huidige procedure volgt naar het oordeel van de rechtbank dat eiseres niet vreesde dat haar eigen familie haar dochters wil laten besnijden. Ook is niet gebleken dat de familie van haar ex-man ook na de scheiding zal afdwingen dat de dochters besneden worden.