ECLI:NL:RBDHA:2025:23999

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2025
Publicatiedatum
15 december 2025
Zaaknummer
NL25.60400
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van een maatregel van bewaring, opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De eiser, een Algerijnse man geboren op [geboortedag] 1975, had op 6 oktober 2025 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 15 december 2025 gesloten.

De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 22 oktober 2025 rechtmatig was. Eiser stelt dat het voortduren van de bewaring onrechtmatig is, maar de rechtbank concludeert dat hij geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een andere belangenafweging rechtvaardigen. De rechtbank ziet geen aanleiding om te concluderen dat het voortduren van de maatregel onrechtmatig is en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.60400

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer] ,
(gemachtigde: mr. G.A. Dorsman),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 6 oktober 2025 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 15 december 2025 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 1975 en de Algerijnse nationaliteit te hebben.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg van 23 oktober 2025 [1] volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode van belang sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek op 22 oktober 2025.
4. In het inleidend beroepschrift van 9 december 2025 stelt eiser dat het voortduren van de bewaring onrechtmatig is omdat deze in strijd is met de wet. Gelet op de afweging van alle betrokken belangen is het voortduren van de bewaring volgens eiser in redelijkheid niet gerechtvaardigd. In zijn gronden van beroep verzoekt eiser de rechtbank ambtshalve de rechtmatigheid van het voortduren van de bewaring te toetsen. Eiser refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
5. De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert geen aanleiding om te concluderen dat het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig is. Eisers stelling dat het voortduren van de maatregel van bewaring in strijd is met de wet, heeft hij niet onderbouwd. Eiser heeft in de huidige procedure geen nieuwe feiten en omstandigheden naar voren gebracht ten opzichte van het eerste beroep die maken dat verweerder tot een andere belangenafweging had moeten komen. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een ander oordeel.
6. Ook overigens ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat het voortduren van de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig was.
7. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 15 december 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.