ECLI:NL:RBDHA:2025:24013
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Zuid-Afrikaanse vrouw en haar kinderen met betrekking tot terugkeer naar Zimbabwe en Zuid-Afrika
Op 10 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Zuid-Afrikaanse vrouw, eiseres, die samen met haar minderjarige kinderen een asielaanvraag had ingediend. De aanvraag werd op 23 juli 2025 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. Eiseres was van mening dat de afwijzing onterecht was en voerde verschillende beroepsgronden aan. De rechtbank heeft de zaak op 24 oktober 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was. Eiseres stelde dat zij en haar kinderen bij terugkeer naar Zuid-Afrika ernstig gevaar liepen door haar familie, met name haar oom, die tegen haar huwelijk met een Zimbabwaanse man was. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kon blijven. Eiseres had niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Zuid-Afrika te vrezen had voor haar leven. De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had vastgesteld dat eiseres geen verdragsvluchteling was en dat zij in Zimbabwe kon wonen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd informatie gegeven over de mogelijkheid van hoger beroep.